Jawel, we mochten weer! De jaarlijkse muzikale hoogmis in
het Tilburgse zit er weer op, en het was wederom een prachteditie. Ik zeg
geloof ik ieder jaar dat dit de beste editie ooit was maar eigenlijk heeft het
geen zin om edities met elkaar te vergelijken omdat het ieder jaar weer anders
is. Anders maar ook hetzelfde. Muziek ontwikkelt zich en Roadburn ook.
Traditiegetrouw begin ik alvast op de woensdagavond met de
pre-party genaamd The Spark (vrouwlief zal me een dag later komen vergezellen),
al moet ik eerlijk bekennen dat ik de line-up hiervan in eerste instantie niet
eens zo interessant vond. Gelukkig ga ik nog verrast worden, zowel in positieve
als in minder goede zin.
Eenmaal in Tilburg haal ik mijn bandje en programmaboekje
op, begeef ik me richting 013 en ervaar zoals ieder jaar weer een gevoel van
thuiskomen. Ik kom de eerste bekenden tegen en één van de eersten is zowaar
Roadburn-baas Walter die me weet te vertellen dat het weer een ware beproeving
is geweest om het programma van dit jaar samen te stellen. Nou, dat is ‘m toch
weer mooi gelukt.
Van opener Temple Fang verwacht ik eerlijk gezegd niet al te
veel aangezien ik die al een paar keer eerder gezien heb en ze ondanks de
competente muzikanten m’n aandacht niet wisten vast te houden. Op de één of
andere manier lukt het ze vanavond wel. Ik kan er de vinger niet helemaal op
leggen maar hun psychedelica, hoewel nog steeds lang van stof, bevat vandaag de
contouren van heuse liedjes en wat plezierige dub-invloeden, althans zo meen ik
te ontwaren. Het ligt allemaal erg lekker in het gehoor en ik ben opeens erg
nieuwsgierig geworden naar die nieuwe plaat die er kennelijk aan zit te komen.
Naar de tweede band, het Amsterdamse Rattenburcht, ben ik
eigenlijk het meest benieuwd maar daar blijk ik in de praktijk dus niet zoveel
mee te kunnen. Van punkers die black metal spelen verwacht ik natuurlijk geen
muzikale hoogstandjes, en dit gezelschap is duidelijk meer Crass of Flux Of
Pink Indians dan Darkthrone maar zelfs naar die maatstaven klinkt dit wel heel
erg primitief. Een rudimentaire polkabeat en gegil, veel meer dan dat is het
eigenlijk niet. ’t Is best vermakelijk, en op één of ander kraakpunkfeestje met
een provisorisch podium en slecht bier zou ik hier best een dansje op wagen
maar dit is Roadburn. De lat ligt hoog.
Ik besluit me maar naar de foyer te begeven, klets wat bij
met bekenden en raak onder andere aan de praat met een aangeschoten IJslander
die wil weten of ik er bij was in het jaar van de vulkaan (natuurlijk was ik dat) en een
balorige Deen die graag een middelvinger-selfie met me wil maken. Het is
allemaal erg gezellig waardoor ik het optreden van afsluiter Thou grotendeels
mis maar die staan sowieso niet heel hoog op mijn prioriteitenlijstje dit
weekend. ’t Is een leuke band maar ik weet het nu wel een beetje en er staat gewoon
teveel moois tegenover.
Tot mijn teleurstelling moet ik constateren dat er vanavond
geen afterparty is dus begeef ik me tijdig richting hotel. Het wordt morgen
tenslotte een lange en volgeplande dag.
Dag 1
Vandaag ga ik vrouwlief van het station afhalen. Na ons daar
tegoed te hebben gedaan aan zo’n lekker vegetarisch kroketje van Smullers (een
traditie inmiddels) gaan we ook haar bandje plus boekje ophalen en begeven we ons
richting The Terminal waar Xiu Xiu het festival zo gaat openen. Die traden
vorig jaar op als duo in de Next Stage en daar waren we erg van gecharmeerd.
Dit jaar hebben ze een drummer bij zich en terwijl we ons in de rij bij The
Terminal voegen zie ik een keurig in pak gestoken meneer op leeftijd met
lang grijs haar verwoede pogingen doen langs de security naar binnen te komen. “Volgens
mij is dat de drummer van Xiu Xiu” zeg ik tegen vrouwlief. Ik meen hem te
herkennen van de live-filmpjes die ik opgezocht heb op YouTube en inderdaad,
dit blijkt het geval als we ons vooraan bij het podium gestationeerd hebben en Xiu
Xiu aan hun set begint. Gelukkig is iemand zo vriendelijk geweest hem binnen te
laten.
Erg goeie drummer trouwens, en het lijkt de overige twee Xiu Xiu-leden Jamie Stewart en Angela Seo de ruimte te geven om de reserves die ze als duo nog hadden nu helemaal te laten varen. Bij het derde nummer It Comes Out As A Joke zet Jamie Stewart één van zijn percussie-instrumenten (een soort groot formaat rammelaar) op zijn hoofd, gaat ermee rondjes rennen op het podium en doet karatetrappen, koprols en handstands. Het zal het eerste vervreemdende moment zijn van vele. Contact met het publiek wordt er niet gemaakt, geen gezellige stage banter tussen de nummers door, het enige wat er valt te horen is het gehijg van beide frontpersonen als ze even daarvoor helemaal uit hun spreekwoordelijke pannetje zijn gegaan, want ook de immer onderkoelde toetseniste/percussioniste Angela Seo zal het af en toe flink op een gillen gaan zetten. Pas bij aanvang van het laatste nummer trekt Jamie Stewart een grimas die waarschijnlijk voor een heuse glimlach moet doorgaan, zwaait hij ons allen toe en bedankt ons dat we allemaal zijn gekomen. Wat een schitterend optreden was dit! We hebben al vaker sterke openers gezien op Roadburn maar zoals Xiu Xiu de toon zet wordt hij maar zelden gezet.
Na deze geweldige show die het hele weekend nog regelmatig in onze gesprekken zal opduiken begeven we ons naar de foyer zodat vrouwlief een attribuut kan aanleveren voor de expositie Archiving Heaviness. Een student van de Reinwardt Academy heeft namelijk het idee opgevat om een Roadburn-archief aan te liggen en heeft hiervoor spullen en verhalen nodig van bezoekers door de jaren heen. En vrouwlief heeft dat. Toen ze in 2017 voor de derde keer mee ging naar Roadburn bleef ik zelf achter in de grote zaal voor de show van Magma en besloot vrouwlief met een vriendin de Zwitserse black metallers Schammasch te gaan bekijken in Het Patronaat. En dat was naar verluidt een erg goeie show. Toen we aan het eind van die dag terugliepen naar ons logement raakten we onderweg aan de praat met een Zwitserse jongeman genaamd Tom die ook de show van Schammasch gezien had en er zelfs in geslaagd was een drumstok te vangen. Vrouwlief is in een lollige bui en zegt: “What? Really? You should give it to me!” Tom verblikt of verbloost niet, zegt: “you know what? I think I will”, trekt zijn tas open en overhandigt vrouwlief de drumstok in kwestie. Goed verhaal, toch?
Goed, terwijl vrouwlief dit kleinood gaat afgeven begeef ik me naar de Next Stage waar Lane Shi zojuist aan haar set is begonnen. In het dagelijks leven is Lane Shi zangeres bij de soort-van-metalband Elizabeth Colour Wheel, een bandje waar ik erg gecharmeerd van ben zoals ik elders op dit blog al eens geschreven heb. Vandaag doet ze het echter alleen, gezeten achter een piano. En slecht is het zeker niet. Ze heeft zich voor de gelegenheid prachtig uitgedost, kan een aardig potje wegpingelen en heeft een krachtig stemgeluid dat met het grootste gemak van hoog snerpend naar diep grommend gaat. Vooral door dit laatste doet ze me meer dan een beetje aan Diamanda Galás denken. En die stond al eens op Roadburn, in 2016. Mijn hemel, wat een show was dat. Mevrouw Shi kan er natuurlijk ook niks aan doen dat ik hierdoor een beetje nostalgisch wegmijmer. Dat is denk ik de tol van een Roadburn-veteraan zijn. De lat ligt hoog. Maar ach, Lane Shi is een zogeheten Triennium Artist In Residence (oftewel ze gaat ook op de komende twee edities acte de présence geven) dus ik twijfel er niet aan dat ik haar op één van de komende edities nog wel een keer ga zien.
De voornaamste reden dat ik echter de show niet geheel afzie is dat ik heel graag Buñuel wil zien, en die gaan zo beginnen in The Terminal. Buñuel is de nieuwe band van Eugene S. Robinson, en dat is dan weer de voormalige zanger van Oxbow, die we ooit een hele mooie show zagen spelen op Roadburn, en afgelopen jaar nog als support van Mr. Bungle. Helaas is Oxbow niet meer, naar het schijnt omdat hun gitarist zich grensoverschrijdend zou hebben gedragen richting een vrouwelijke fan. Buñuel is natuurlijk een andere band maar met zo’n markante frontman is het onvermijdelijk dat er toch vergelijkingen gemaakt gaan worden. Wat beide bands met elkaar gemeen hebben is dat ze niet veel lijken op te hebben met standaard songstructuren, al komt Buñuel een klein beetje meer in de buurt van een conventioneel rockgeluid. Met de nadruk op een klein beetje. Dat komt voornamelijk door de gitarist die zich bedient van de welbekende rockposes en iets meer Black Sabbath in zijn spel lijkt te hebben. Wel een lekker smerig geluid trouwens. Eugene is natuurlijk groot van zichzelf, daar kan hij ook niks aan doen, maar hij is vandaag niet de intimiderende podiumpersoonlijkheid zoals we hem van Oxbow kennen. Nee, Eugene heeft het zichtbaar naar zijn zin, maakt grapjes, verfrommelt setlists tot propjes die hij het publiek in gooit en laat met momenten horen dat hij eigenlijk best wel mooi kan zingen. Al met al een prima optreden. Mooi ook, die ode aan de onlangs overleden Al Barile, gitarist van hardcore-band SSD en een goede vriend van Eugene.
Terug onderweg naar de 013 maken we even een kleine pitstop in The Engine Room om een stukje te bekijken van de show van LustSickPuppy. Ik heb het al eerder gezegd, ik ben maar een zeer zijdelingse hopper maar de hiphop die men op Roadburn programmeert vind ik vaak wel interessant. De show van dälek in 2017 is tot op de dag van vandaag één van de beste shows die ik daar ooit zag. LustSickPuppy is echter heel andere koek. Met niet meer dan een laptop en een microfoon produceert LustSickPuppy een soundje dat even kleurrijk is als haar kapsel, haar outfit en het gigantische clownsbeeld dat als backdrop dient. Op een kakofonisch bedje van digital hardcore, gabberbeats, bliepjes, piepjes en gemuteerde R&B rapt en brult LustSickPuppy over haar issues met het leven en de dingen, en dat zijn er veel. Eigenlijk is het gewoon hartstikke punk wat ze doet, dus volkomen logisch dat dit op Roadburn staat.
We willen echter naar de Next Stage want daar gaat Ex-Easter Island Head zo aan hun show beginnen. Ik hoorde dit gezelschap voor het eerst op één van de wekelijkse Roadburn-playlists. Daar komt altijd verschrikkelijk veel voorbij maar dit was één van de dingen die bij mij bleef hangen. Het is lastig om de grotendeels instrumentale muziek van dit bijzondere ensemble te omschrijven. Het klinkt een beetje als muziek die in een laboratorium gemaakt wordt en zo ziet het er ook uit. De vier in een halve cirkel staande heren bedienen zich wel van gitaren maar die hebben ze plat voor zich liggen, als ware het een tafelblad, en die bespelen ze met stokken en andere attributen. Niet zozeer redefining heaviness als wel het herdefiniëren van gitaarspelen dus. En dat is slechts één van de dingen die ze een beetje anders doen. Vrouwlief kon er naar eigen zeggen niet zo veel mee maar ik vond de sferische klanktapijtjes van dit unieke gezelschap erg lekker en met momenten ronduit oorstrelend, al was het misschien nog beter geweest als we in het midden hadden gestaan (want we stonden nu links vooraan waardoor we af en toe niet hoorden wat er rechts gebeurde).
In de grote zaal pakken we een stuk mee van de show van The Body & Dis Fig. Ik ben blij dat ik mijn dopjes in heb want ik voel mijn broekspijpen letterlijk fladderen. Wat we zien is zondermeer erg goed en ik zou het best graag afzien maar een zaaltje verder gaat The Ex zo aan zijn show beginnen en ik ben erg benieuwd hoe dit gaat uitpakken binnen de Roadburn-context. De heren en dame hebben zojuist een nieuwe plaat uitgebracht en zanger/gitarist Arnold de Boer kondigt gelijk aan dat ze die helemaal gaan spelen. Oerlid Terrie Ex (70 alweer) slaat met een drumvel een Bo Diddley-beat op zijn gitaar en ze zijn los. The Ex is niet zozeer heavy als wel lawaaierig. Gitaren worden bespeeld met artikelen uit de ijzerwarenwinkel en over monitors geschuurd, de leden hotsen en botsen vrolijk tegen elkaar en alle ingrediënten voor chaos zijn aanwezig, maar daar steekt de retestrakke drumster Katherina Bornefeld een stokje voor. Of twee eigenlijk (haha). Halverwege de show zal ze naar voren komen om zichzelf begeleidend met twee schud-eitjes (ik weet niet of ze echt zo heten) het mooie ingetogen Wheel te zingen, een aangenaam rustpuntje in een zee van aanstekelijke klereherrie. The Ex en Roadburn blijkt een prima combinatie te zijn.
De zaal verlatend hoorden we een of ander roepkoor vanuit
het publiek. Het bleek iets met ‘Free Palestine’ te zijn. Het zou komend
weekend niet de laatste keer zijn dat we iets dergelijks te horen kregen, zowel
vanuit het publiek als vanaf het podium. Het is een sentiment dat ik verder van
harte onderschrijf trouwens (en nee, ik ben niet pro-Hamas en ook geen antisemiet)
maar voor mij wringt het wel eens een beetje, dit soort luidop beleden
activisme. Kennelijk ontkomt ook een plaats waar men even weg wil zijn van de
echte wereld niet aan die echte wereld.
En dan is er keuzestress. FOMO is geen goede eigenschap op
een festival als Roadburn. Want wat nu te doen? Gaan we voor het industriele
stampwerk van het Spaanse Dame Area of de speciale set met oud materiaal van
Gilla Band? Het feit dat het een speciale set is geeft de doorslag, we gaan
voor de laatste. Ik ben eigenlijk nauwelijks bekend met het werk van deze Ieren
maar ben niettemin nieuwsgierig, ook omdat het een ietwat atypische band is
voor Roadburn (als er überhaupt nog zoiets bestaat als een typische
Roadburn-band natuurlijk). Het begint maar tammetjes. De zanger oogt en klinkt
ietwat apathisch en ik vraag me heel even af of dit wel een goed idee was maar
naarmate het lawaai toeneemt maakt die lijzige zang ineens een stuk meer sense.
Ook deze band heeft zo’n idioot strakke drummer, begint een beetje een thema te
worden vandaag. Zodra de kolkende rave-beat van ‘hitje’ Why They Hide Their
Bodies Under My Garage wordt ingezet ontstaat er vlak voor onze neuzen een gezellig
hupsende moshpit. Dat er daarbij een paar keer over onze tenen wordt gehupst
nemen we maar even voor lief. Deze lawaaierige postpunk is een leuke afsluiter
voor de dag.
Ja, ik zei afsluiter. We kunnen ons in de grote zaal
natuurlijk nog even murw laten pompen door de pulserende bassen van The Bug
maar we kiezen nu even voor ons hotelbedje. We hebben vandaag vooral veel
gelopen en gestaan en onszelf weinig rust gegund dus dat gaan we morgen
helemaal anders doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten