Deze week is het Halloween, en Halloween betekent
horrorfilms op de TV en de diverse streaming-kanalen. En zoals ik in dit blogje
en dit blogje al heb laten blijken is Horror een genre waar ik wel iets mee
heb. Reden tot blijdschap dus, toch? Nou nee, eigenlijk niet want ik vind er
vaak gewoon echt geen reet aan, de films die tegenwoordig onder die noemer
verschijnen.
Nu was ik altijd wel een beetje kieskeurig, ook in de tijd
dat ik nog een trouw
Fangoria-lezer was (ik heb volgens mij nog een stuk of 7
jaargangen op zolder liggen). Ik heb nooit iets met slasherzooi à la
Friday The
13th of soortgelijke films gehad, om nog maar te zwijgen over een volstrekt
overbodig fenomeen als sequels, en films met heel veel
gore is natuurlijk
hartstikke spannend als je een puber bent die graag wil zien wat ie eigenlijk
niet mag zien en hoever daarin gegaan kan worden maar ook daarin zit een
verzadigingspunt. En eerlijk is eerlijk, het zal vast iets met de leeftijd te
maken hebben maar mijn tolerantie voor
gore en geweld neemt ook af. Films als
Martyrs en
Irréversible vond ik ondanks hun uitzinnige geweld erg goed maar één keer is genoeg, ik voel geen
enkele behoefte ze ooit nog een keer te zien.
Mijn fascinatie lag sowieso meer bij monsters en bizarre
dingen, en uiteindelijk zijn zaken als sfeer, zorgvuldig opgebouwde spanning,
goed uitgewerkte personages van wiens lotgevalllen men zich iets kan aantrekken
en als het even kan originaliteit toch belangrijker. Voor mij dan hè. Mijn
favoriete regisseur indertijd was David Cronenberg. Die had een volstrekt eigen
kijk op het genre die mij erg aansprak. Mijn beste vriend (ook horrorfan) beet
me wel eens toe dat ik eigenlijk gewoon een snob was. Dat vond ik toen niet
leuk om te horen maar achteraf gezien had ie daar natuurlijk gewoon gelijk in.
Sterker nog, waarschijnlijk ben ik dat nog steeds.
Want ik heb het echt geprobeerd maar ik kan met de beste wil
van de wereld niet ontdekken wat er leuk, eng, spannend, mooi of goed zou moeten zijn aan al die
Saws en
Sinisters en
Annabelles en
The Conjurings en weet ik veel hoe ze allemaal
heten. Ik vind het niet eens horror. Het zijn spookhuisfilms. Als in het
spookhuis op de kermis welteverstaan. Eli Roth en Rob Zombie? Totaal overschat.
Hebben het veel te druk met knipogen en in hun nopjes zijn met de akeligheden
die ze nu weer voor hun personages verzonnen hebben. Het zijn schreeuwende
standwerkers, geen
auteurs. Engelstalige remakes van
Ringu en
Let The Right One In, films waar niks mis mee is, waarom nou toch?
Waarom überhaupt remakes van nog steeds prima films als The Evil Dead en The Texas Chainsaw Massacre en Suspiria en Dawn Of The Dead? Zijn de
ideeën op of zo? Verzin eens wat nieuws!
Nu is het niet allemaal kommer en kwel. Zo af en toe wordt
er nog wel eens een kwaliteitsfilm gemaakt. Het is alleen jammer dat veel
zelfverklaarde horrorfans vaak een soort krachtsportbenadering hebben van
horror en dus helemaal geen interesse hebben voor spanningsbogen,
verhaalopbouw, mise-en-scène en andere vervelende zaken. Toen vrouwlief en ik
Hereditary in de bioscoop gingen kijken zaten er twee rijen voor ons twee dames
iets te luidruchtig te mopperen:
“ik hoop dat ur nog spanning komp, se seie dat
ur spanning in sou sittuh”. En toen ergens op één of andere website een niet zo
heel goeie horrorfilm terecht werd afgekraakt was één reaguurder het daar niet
mee eens want er zaten immers ‘interessante kills’ in. En dan denk ik, wat zijn
in godesnaam ‘interessante kills’? Een soort cumshots? En is dat dan de enige
reden om naar een film te kijken? Daar is toch een ander genre voor?
Dus ja, als dat je idee van horror is (zie ook die
bloedirritante reclames van
Walibi Fright Nights) dan kun je natuurlijk niets
beginnen met eigenzinnige films als
Midsommar,
The Babadook,
The VVitch: A New-England Folktale,
The Lighthouse,
In Fabric,
Mandy,
Calvaire,
Borgman of
Us. Horror is een gevoel, en dat gevoel
ervaar ik steeds meer bij films buiten het genre of wellicht op de grens
daarvan. Films als (om eens wat te noemen)
Parasite,
You Were Never Really Here,
Gräns,
Tigers Are Not Afraid,
Oldboy,
Climax en
Joker alsook het eerste
seizoen van de TV-serie
True Detective bevatten m.i. meer daadwerkelijke horror
dan al die spookhuisfilms met hun flauwe jump-scares en puberale gore. Meestal
is dit het moment dat er dan ergens één of andere wijsneus opstaat en roept:
“jaja
maar dat is geen horror, dat zijn thrillers”. En dat is dan voor mij het moment
dat ik hoofdschuddend de ruimte verlaat. Absoluut geen geduld voor of zin in dat soort
genre-puristische non-discussies.
Zo, rant over, en dan volgt nu mijn hoogstpersoonlijke Top
10 van wat ik Halloween-waardige films vind zonder me er iets van aan te
trekken of ze ook daadwerkelijk tot het genre behoren. Ik mag dat want het is
mijn blog. Zo!
Deliverance (1972)
Drie Oscar-nominaties en respectabele acteurs als Burt Reynolds,
Ned Beatty en Jon Voight maar toch wijkt dit verhaal niet noemenswaardig af van
(laten we zeggen) The Texas Chainsaw Massacre of The Hills Have Eyes. Vier
stoere stadsjongens trekken het platteland in om per kano de
Cahulawassee-rivier over te steken en krijgen het daar ernstig aan de stok met een
stel kwijlende, hitsige bergbewoners. Een prima horrorfilm voor mensen die dat genre
eigenlijk beneden hun waardigheid achten.
Soylent Green (1973)
Dystopische sci-fi is een genre dat regelmatig aanschurkt
tegen horror. Dat is zeker het geval bij deze sfeervolle rolprent die zich
afspeelt in het jaar 2022. Politieagent Thorn (gespeeld door de immer stoere
Charlton Heston) moet een moord onderzoeken en vraagt zijn bejaarde huisgenoot
Sol om wat dossiers over de betrokkenen uit te pluizen. Dit doet Sol en hierbij
komt hij achter een geheim dat zo gruwelijk is dat deze film zijn plekje op
deze lijst ruimschoots verdient. Overigens, wie geen traantje van ontroering wegpinkt
bij de werkelijk prachtige scène waarin Sol ‘naar huis’ gaat heeft geen hart.
Het Zevende Zegel (1957)
Doom-cinema, bestaat dat? Doom metal wel, en de muziek van
Pentagram en Saint Vitus is waar ik vanaf de openingscène met de raaf steeds
aan moet denken als ik deze film zie, ook al bestond het hele metal-genre nog
helemaal niet toen ie gemaakt werd. In dit sfeervolle middeleeuwse drama daagt
de net van de kruistochten teruggekeerde ridder Antonius Bock de Dood himself
uit voor een potje schaak. Naar het schijnt was regisseur Ingmar Bergman zelf
niet zo tevreden over deze film en noemde hij het een ‘horrorfilm voor
kinderen’. Nu denk ik niet dat er heel veel kinderen iets zullen kunnen met de
mythisch-poëtische mijmeringen van Bergman (en wellicht ook niet veel
volwassenen for that matter) maar ook als je daar als kijker geen boodschap aan
hebt is dit een prachtige, meeslepende film. In heel mooi zwart-wit. De scène
waarin een liedje van twee circusartiesten wordt onderbroken door een horde
flagellanten is een hoogtepunt.
Blue Velvet (1986)
David Lynch heeft wel meer enge films gemaakt, al worden die
door critici zelden tot het horrorgenre gerekend. Dit is één van zijn meer
rechttoe-rechtaan-films, waarin we de jonge Jeffrey volgen die op een dag een
menselijk oor in een grasveldje vindt en vervolgens het onzalige idee heeft om
zelf op onderzoek uit te gaan, en ontdekt dat zich onder de idyllische façade
van het stadje waar hij woont een waar broeinest van misdaad en vuiligheid
bevindt. Spil hierin is ene Frank Booth, gespeeld door Dennis Hopper zo’n
beetje de engste filmpsychopaat ooit. Ik ben er tamelijk zeker van dat hij beruchte
slasher-iconen als Jason en Freddy maar een stelletje carnavalszotten vindt. Die
willen je tenslotte alleen maar vermoorden. Wat Frank Booth met je wil doen is
ondenkbaar. Zodra hij zijn lachgasmasker opzet dient ieder verstandig mens het
op een lopen te zetten.
No Country For Old Men (2007)
The Coen Brothers hebben nooit een echte horrorfilm gemaakt,
al kwamen ze met
Blood Simple en
Barton Fink wel aardig in de buurt. En met
deze Cormac Mccarthy-verfilming, waarin jager Llewelyn Moss ergens in de
woestijn een pickup-truck vol drugs en lijken vindt. En een koffer met twee
miljoen dollar die hij prompt mee naar huis neemt. Dat had hij beter niet
kunnen doen want de mensen van wie de koffer is hebben een zekere Anton Chigurh
ingehuurd om het geld terug te halen, een met opvallend kapsel uitgerust maar
niettemin levensgevaarlijk individu die, gewapend met een groot uitgevallen
popnagelgeweer, als een soort
Terminator iedereen uit de weg werkt die tussen
hem en het koffertje komt. Deze menselijke moordmachine gecombineerd met McCarthy’s
ijzig kille wereldbeeld zorgen voor een bijna ondraaglijk spannende en duistere
film.
Threads (1984)
Iedereen was bang voor de bom in de jaren 80. Met als bijzonder
bij-effect dat de Apocalyps een tijdje hartstikke hip was. Artiesten als Doe Maar en Righeira schreven er vrolijke liedjes over die grote hits werden en er
verschenen talloze post-apocalyptische films waaruit we konden opmaken dat als
de bom eenmaal gevallen was we ons massaal in lederen punkkledij zouden hijsen
om op provisorische scootmobielen een beetje door fotogenieke afbraakwijken
heen te crossen. Het als een soort van docudrama gedraaide Threads was één van
de films die definitief afrekende met dit romantische beeld. De Apocalyps is
een vies, grauw, chaotisch en ziekmakend gebeuren waarvan heel gewone mensen
het slachtoffer zijn, en nergens een Mad Max te bekennen die even orde op zaken
komt stellen.
Kill List (2011)
De titel doet vermoeden dat het hier om een ordinaire
misdaadfilm gaat. En een misdaadfilm is het zeker, soort van, tot op zekere
hoogte, maar er is niets ordinairs aan. Het begint overigens als een
familiefilm, ook soort van, met een oud-militair annex huurmoordenaar die
lusteloos thuis bij zijn gezin zit totdat zijn partner hem overhaalt nog wat ‘klussen’
aan te nemen. Dat er van ze verlangd wordt dat ze hun contract met bloed
ondertekenen is nog niet het vreemdste. Dat ze door hun slachtoffers bedankt
worden alvorens deze het loodje leggen is natuurlijk wel een beetje
eigenaardig. De horror in deze film is als een soort sluipend gif, en bereikt
zijn doel zonder gebruik van uitzinnige special effects (al zitten er wel een
paar hele akelige geweldsscènes in). En ook zonder bepaalde dingen uit te
leggen, dat mag je als kijker zelf doen. Ik vind het binnen het genre één van
de beste en meest beklemmende films van de afgelopen tien jaar.
The Dead Don't Die (2019)
Ik ben fan van Jim Jarmusch. De man is
volgens mij gewoon niet in staat om een slechte film te maken. En in deze film
spelen ook nog eens diverse mensen mee waar ik fan van ben zoals Iggy Pop en
Tom waits. Win-win zogezegd. Hij heeft zich maar een paar keer aan films met
een fantasy-gegeven gewaagd. Dead Man is een soort mythologische western met Johnny
Depp in de hoofdrol. Only Lovers Left Alive is zijn vampierenfilm. En dit is
dus zijn zombiefilm, al is het meer een hommage aan het genre dan een voorbeeld
ervan. Tom Waits fungeert in zijn rol als kluizenaar Bob als een soort
verteller en trekt de metafoor die George Romero ooit begon in Dawn Of The Dead
(de zombies als zielloze hyperconsumenten) door tot zijn ultieme
conclusie. Niet eng maar o wat is ie mooi. Pure poëzie wat mij betreft maar
goed, ik ben dan ook fan van Jim Jarmusch.
The Greasy Strangler (2016)
Wat valt er te zeggen over The Greasy Strangler? Zelfs mensen
die bekend zijn met het werk van cinematografische ransuilen als John Waters, Paul Bartel,
Russ Meyer of die verschrikkelijke Troma-films zullen zich bij het zien van dit geval
wel even flink achter de oren krabben. Het gaat over een vader en een zoon,
beiden gehuld in onooglijke roze pakjes. De onsympathieke en dominante vader
geeft disco-rondleidingen, de timide en kalende zoon wordt verliefd op een
zwaarlijvige, in paars gehulde zwarte vrouw. Dat is tegen het zere been van
vader die hier zelf ook wel een lekker hapje van wil. O, en ondertussen is er
ook nog iets met die vettige wurger uit de titel. De film is veel te ranzig en cult voor
mensen die vooral een ‘normale’ komedie willen en te lollig en hysterisch voor mensen
de voorkeur geven aan serieuze horror maar hij is ondertussen ook veel te goed
gemaakt om terzijde te schuiven als zijnde rommel. Een open blik en je niet
laten beperken door genre-grenzen kan helpen, en dan nog is het maar de vraag
wat je er van gaat vinden. Ik heb ‘m in ieder geval helemaal afgekeken en sluit
niet uit dat ik dat in de toekomst ooit nog een keer ga doen.
Apocalypse Now (1979)
Een oorlogsfilm? Nou ja, de Vietnamoorlog is in ieder geval
de setting. Heart of Darkness, het boek waar de film op gebaseerd is speelde
zich af in donker Afrika. Deze verfilming begint als een soort van duistere
misdaadthriller als Captain Willard (Martin Sheen) van zijn legerleiding de Top
Secret Mission krijgt tot het ombrengen (“terminate with extreme prejudice”)
van de op hol geslagen Kolonel Kurtz (Marlon Brando), die ergens midden in de
jungle een eigen rijkje heeft gesticht. Omdat er nog steeds mensen schijnen te
bestaan die deze film niet gezien hebben wil ik er eigenlijk niet teveel over
zeggen. Natuurlijk gebruikte regisseur Francis Ford Coppola de setting om
kritiek te leveren op de oorlog, en dat is allemaal machtig interessant maar
jullie willen nu natuurlijk allemaal weten waarom ik deze film op een
horrorlijstje zet (ja toch? dat willen jullie toch?)? Welnu, zoals gezegd,
horror is een gevoel, en dat is waar deze film letterlijk over gaat. Over dát
gevoel. Een gevoel dat Kolonel Kurtz mentaal volledig over het spreekwoordelijke randje heeft geduwd. De titel van het eerste blogje dat ik ooit schreef is een deel uit de
monoloog van Brando in zijn rol van de krankzinnig geworden Kurtz die het heeft
over horror en de betekenis ervan, wat m.i. een hoop van die tegenwoordig zo
populaire spookhuisfilms reduceert tot de flauwe poppenkastvoorstellingen die
het natuurlijk ook gewoon zijn. Uiteindelijk is Apocalypse Now boven alles gewoon een
alle genres overstijgend meesterwerk, maar échte, daadwerkelijke horror maakt er een
onmiskenbaar deel van uit.
Zo, en daar wil ik het dan even bij laten. Ik had het ook
nog graag willen hebben over The Day Of The Locust, The Reflecting Skin, We Need To Talk About Kevin, Taxi Driver, Taxidermia en Kiss Me Deadly maar dan zou
dit wel een heel oeverloos blogje worden en ik vind mezelf al best lang van
stof.
Rest mij niets anders dan iedereen een fijne Halloween toe
te wensen. Met hopelijk in de toekomst betere horrorfilms. Misschien dat
Guillermo del Toro nu eens aan die al lang geleden beloofde verfilming van H.P. Lovecraft’s At The
Mountains Of Madness kan beginnen.