zondag 28 april 2024

ROADBURN 2024 Dag 1


En vandaag gaat het dan echt gebeuren. Ik haal vrouwlief op van het station, en nadat ook zij voorzien is van bandje en programmaboekje is het eerste wat we doen ons naar de merch-stand begeven om zo’n leuke Roadburn-hoodie aan te schaffen. Vorig jaar liepen we ze mis en dat gaat ons niet nog een keer gebeuren.

In het nabijgelegen zaaltje The Terminal gaat ondertussen Hexvessel zo aan z’n show beginnen. Nu is Hexvessel een band die ik zowel op plaat als live als ietwat wisselvallig ervaar. Op hun laatste plaat The Polar Veil hebben ze echter hun folky sound grotendeels ingeruild voor meer black metal-achtige klanken, en aangezien me dat erg goed bevalt wil ik het graag nog eens proberen. Helaas werkt het geluid niet echt mee. Waar we ook gaan staan, de zang en de muziek liggen niet lekker met elkaar in balans, wat niet ten goede komt aan het luisterplezier. We verlaten de zaal dan ook vroegtijdig.

Nu is het zo dat ik stiekem ook gewoon heel erg benieuwd ben naar The Infinity Ring, de band die de Next Stage gaat openen. De flarden die ik er van gehoord heb alsook de omschrijving (a gloomy meditation on folk and drone) doen mij vermoeden dat deze band wel eens heel erg aan mij besteed zou kunnen zijn. En dat blijkt goed gegokt. De zanger beschikt naast een kale kneiter en een onvriendelijke adelaarsblik ook over een diepe en soms boos grommende bromstem, en dit alles over een bedje van donkere doomrock die klinkt alsof Swans het repertoire van Tindersticks interpreteert. Bij muziek die traag en stemmig is bestaat altijd het risico dat het saai wordt maar dat gebeurt hier geen moment, zeker niet als halverwege de set de muziek uitbarst in een bizar soort graf-hoempa. Ironisch genoeg in een nummer met de titel Gift Of Life. Dat weet ik omdat ik na afloop de plaat heb aangeschaft van deze werkelijk uitstekende band. De toon is gezet!

Nadat we even aan de inwendige mens hebben gewerkt pakken we nog een staartje mee van de zeer bijzondere set van Wiegedood en zetelen we ons op de trap in afwachting van Scaler, een Brits gezelschap dat naar eigen zeggen de kloof tussen gitaarmuziek en elektronische muziek wil overbruggen. Mits goed gedaan hou ik altijd wel van dit soort uitprobeersels. En ondertussen op de trap gezeten vermaken we ons met de playlists tussen de shows door, zoals ik in eerdere blogs al aangaf ook een onmisbaar element van de Roadburn-ervaring. Al shazammend komen we erachter dat we ons zeker eens moeten verdiepen in het werk van Colin Self, Zombie Zombie en Black Merlin. Leuk ook, die versie van I Wanna Be Your Dog door ene Ana Marija Šir.

(video: Live Maniacs)

En dan is het de beurt aan Scaler. Wie nog geen epilepsie-patiënt is zou het spontaan worden van deze uitzinnige combinatie van rock, rave, industrial, bliepjes, piepjes en bewegend beeld. Het is serieus erg goed maar het is ook veel, echt héél veel, en de enige manier om dit bombardement van prikkels te doorstaan is òf in de hossende menigte gaan staan (iets waar ik nog geen zin in heb) òf een zonnebril opzetten. Dat laatste doe ik dan ook maar en ik moet zeggen, het scheelt aanzienlijk bij de verwerking van dit drukke gebeuren. 

(video: Live Maniacs)

Tijd om onze overprikkelde hersentjes een zaaltje verder even af tot bedaren te brengen bij Void Ov Voices oftewel het soloproject van stemkunstenaar Attila Csihar, een man die ik best hoog heb zitten vanwege zijn werk met Mayhem en Sunn 0))) alsook zijn bijdrage aan platen van o.a. Jarboe, Violent Magic Orchestra en Anaal Nathrakh. In muzikaal opzicht is dit natuurlijk helemaal het andere einde van het spectrum. Drones, stemeffecten en nergens een beat te bekennen. De man heeft zich voor de gelegenheid omhangen met twee gigantische vleugels waar beelden op geprojecteerd worden, een gaaf idee. Jammer dat op zeker moment één van deze vleugels eraf valt en door een roadie weer bevestigd moet worden. Een ietwat koddig zicht, en vervolgens komt er recht voor mijn neus ook nog eens een meneer met een propellorpetje te staan. Dhr. Csihar kan er natuurlijk niets aan doen maar de situatie wordt me nu iets te Monty Python. Vrouwlief en ondergetekende kijken elkaar veelbetekenend aan en voordat de onvermijdelijke lachbui zich aandient besluiten we maar alvast terug te gaan naar de grote zaal. We willen tenslotte niet te laat zijn voor clipping.

Hiphop op Roadburn. De eerste keer dat dat gebeurde was in 2017 met dälek, tot op de dag van vandaag één van de meest legendarische Roadburn-shows die ik ooit gezien heb. Oef, wat werkte dit goed binnen de Roadburn-context! Grime- en Dubstep-artiest The Bug heeft ook al diverse keren op Roadburn gestaan en bracht twee jaar geleden rappers Flowdan en Logan mee voor een ronduit furieuze show. En vorig jaar was het Backxwash die het publiek waaronder ook ondergetekende compleet omverblies. Wat genoemde artiesten met elkaar gemeen hebben is dat hun muziek met momenten heel erg kan ontploffen. Het Amerikaanse clipping. doet het net ietsje anders. Ze spelen op deze Roadburn twee sets, een dansbare en een lawaaierige en getuige de aankondiging van frontman en rapper Daveed Diggs (“y’all ready for some noisy shit?”) is vandaag laatstgenoemde set aan de beurt. Ik ben eerlijk gezegd niet heel erg bekend met het oeuvre van clipping., ken alleen wat losse nummers van de clipjes die ik op youtube gezien heb. Maar één van die nummers, Nothing Is Safe, vind ik mede door het John Carpenter-achtige muzikale thema en de indringende tekst echt ronduit geniaal. Ik ben dan ook zeer opgetogen dat ze hun set hiermee beginnen.

Wat volgt is een stuk minder toegankelijk. Het muzikale bedje van noise en horrorklanken dat producers William Hutson en Jonathan Hutson neerleggen is er eentje van een voortdurende subtiele dreiging. Soms is er nauwelijks sprake van een ritme of beat en moet de groove vooral komen van de furieuze raps van Daveed Diggs die ons gaandeweg waarschuwt dat ze iets gaan doen dat ze nog nooit gedaan hebben. Zou dat de reden zijn dat er rechts op het podium een keyboard staat? Jawel hoor. Op zeker moment krijgt men op het podium gezelschap van een stevige donkere mevrouw met een roze kuif die achter het keyboard plaatsneemt, een paar noten met de heren meezingt en vervolgens de boel even helemaal overneemt door alleen een liedje te zingen, zichzelf begeleidend op het keyboard. En het is prachtig hoor, de soul- en gospelklanken die deze mevrouw voortbrengt, maar als niet-clipping.-kenner duizelt het me even. Wat gebeurt hier nu toch allemaal? Enfin, zoals me later wordt uitgelegd, de dame in kwestie blijkt dus Counterfeit Madison te heten, ook meegedaan te hebben op de voorlaatste plaat van clipping. en dus kennelijk nogal een begrip te zijn in de clipping.-wereld. Als de show zijn apotheose bereikt gaat dit vergezeld van straffe dance-beats en gaan alsnog de voetjes van de vloer. Al met al een mooie maar ietwat ontregelende show. Het optreden de dag erna in The Terminal schijnt nog beter geweest te zijn.

En dan op een drafje naar de Hall Of Fame waar Spill Gold inmiddels aan hun set is begonnen. Ik was aangenaam verrast door de catchy psychedelische krautpop van dit Amsterdamse damesduo tijdens Roadburn Redux en hun debuutplaat Highway Hypnosis ligt sindsdien regelmatig op de draaitafel. Daar worden nummers van gespeeld alsook werk van hun aankomende nieuwe plaat die Zaza gaat heten. Zangeres/toetseniste Rosa Ronsdorf vertelt tussen twee nummers door op ietwat verlegen wijze dat deze eigenlijk al klaar is maar nog bij het postkantoor ligt, maar dat ze gelukkig wel hele mooie T-shirts hebben meegenomen. Praten met het publiek is duidelijk niet helemaal haar ding maar ach, de muziek staat als het spreekwoordelijke huis dus wat maakt ‘t uit? We kunnen niet allemaal ruige rockers zijn en gelukkig hoeft dat op Roadburn ook niet. Dat gezegd hebbende, de indrukwekkende hoed van dreadlocks op het hoofd van de retestrakke drumster Nina de Jong is dan weer wél heel erg ruig. Enfin, fijne eigenzinnige band en de nieuwe LP is bij deze besteld.

Maar goed, allemaal leuk en aardig, al die hiphop en arty-farty-shizzle en dat herdefiniëren van heaviness en zo maar hoe zit het nou met de Metal? Roadburn is toch een HEAVY festival? Nou, dat treft, in The Terminal gaat het Canadese Thantifaxath aan hun show beginnen. Dit soort bands is de reden dat het me niet helemaal is gelukt om me goed voor te bereiden op Roadburn. Hive Mind Narcosis, hun plaat uit 2023 is namelijk bepaald geen makkelijke kost. Het is geen muziek die je even opzet als achtergrondje bij de afwas zeg maar. Dat is black metal sowieso al niet natuurlijk, maar helemaal niet als het van het progressieve soort is, zoals Thantifaxath dus. En als ik progressief zeg, dan is het in dit geval ook daadwerkelijk hoe die term bedoeld is. Laten we even beginnen met de bezetting. Thantifaxath bestaat uit een drummer, een bassist en een gitarist, allen gehuld in een habijt. Dat geldt ook voor de theremin-speler die in het midden van het podium opgesteld staat en wiens boos turende gezicht als enige te zien is. Dat past mooi bij de creepy handgebaren waarmee hij zijn theremin bespeelt, en de gillende klanken daarvan passen weer mooi bij de met momenten tamelijk onnavolgbare muziek waarin nagenoeg geen vier- dan wel tweekwartsmaat te vinden is. De gitarist verdenk ik met zijn sporadisch frivole riedeltjes van een jazz-achtergrond. Dit alles bij elkaar zorgt voor een sfeertje dat ik vreemd unheimisch zou willen noemen. Progressieve black metal dus. Het is een term die vaak gebezigd wordt maar deze show van Thantifaxath is één van de weinige keren dat ie ook waargemaakt wordt. Ik ga na dit weekend thuis Hive Mind Narcosis nog maar eens aan een luisterbeurt onderwerpen.

Goed, en dan houden we het voor vandaag alvast even voor gezien. Op de main stage gaat Backxwash zo aan haar verrassingsshow beginnen maar de vrijdag en de zaterdag worden het drukste van allemaal en we willen sowieso de openingsshow van Benefits niet missen.

In het volgende deel van ons feuilleton gaan we het hebben over boosheid en gekte en hoe leuk dat allebei eigenlijk is, en eendenfluitjes...

 

vrijdag 26 april 2024

ROADBURN 2024 Dag 0: The Spark

 

Het beste en mooiste festival ter wereld is weer ten einde en zoals jullie van mij gewend zijn ga ik er weer uitgebreid op terugblikken.

Zoals gewoonlijk beginnen we met de pre-party op de woensdagavond, waarbij drie bandjes de festiviteiten zullen openen. Ging dit vorig jaar in muzikaal opzicht nog alle kanten op, dit jaar heeft The Spark vooral een hoog heavy metal-gehalte. Nadat ik me heb geïnstalleerd in mijn Eindhovense hotelkamer, afreis naar Tilburg en eenmaal daar m’n bandje en programmaboekje heb opgehaald betreed ik de 013. Dat voelt toch altijd een beetje als thuiskomen. De DJ draait Emma Ruth Rundle. Ik kom de eerste bekenden tegen. Een klein mannetje met lang haar loopt met gespannen blik driftig door het gebouw te ijsberen. Ik kom er later nog op terug.

Nadat bovenstaand deuntje bij wijze van introtape door de speakers heeft geknald (had ik U al eens verteld hoe dol ik ben op ouwelullenhardrock?) is het Canadese Riot City de eerste band die het podium betreedt. Met name onder het oudere metalvolk heeft dit gezelschap nogal een reputatie als zijnde heel erg goed en zo. En ergens begrijp ik dat wel. Hun jaren 80 speed metal wordt competent gespeeld en met veel energie gebracht. En toch ervaar ik er wat gevoelens van onverschilligheid bij. Ben ik gewoon een verzuurde ouwe lul omdat ik met dit soort muziek ben opgegroeid en de inspiratiebronnen van deze mannen (Agent Steel, Helstar, Toxic, Helloween, noem ze maar op) vrijwel allemaal in hun hoogtijdagen live gezien heb danwel in de platenkast heb staan? Been there done that zogezegd? Dat zal het deels zijn, maar aangezien ik nog steeds erg gesteld ben op dit genre vermoed ik eigenlijk dat het vooral de zanger is. Zeker, hij beschikt over een indrukwekkende kopstem die niet onderdoet voor die van (laten we zeggen) Rob Halford of John Cyriis. Verschil is wel dat deze mannen daar gedoseerd mee omgingen. De zanger van Riot City vindt het nodig om zo’n beetje iedere tekstregel te voorzien van een gierende uithaal. En hoe indrukwekkend dat in technisch opzicht ook mag zijn, om naar te luisteren is het doodvermoeiend en brengt het deze band m.i. gevaarlijk dicht bij het randje van parodie, iets wat volgens mij zeker niet hun bedoeling is. Ik haal mijn schouders op en begeef me naar de bar voor nog een biertje. Het zal allemaal wel.

Waar ik persoonlijk meer naar uitkijk is de show van Sonja. Voor hen die er niet bekend mee zijn, Sonja is het geesteskind van Melissa Moore, een transvrouw die eerst onder de naam Vis Crom in Absu speelde maar prompt uit die band geknikkerd werd toen ze als trans uit de kast kwam. Hun erg lekkere plaatje Loud Arriver draait regelmatig rondjes in huize Dutchman dus ik ben dan ook reuzebenieuwd hoe ze het er live vanaf gaan brengen. Wat vanaf de eerste noot duidelijk wordt is dat het live een stuk minder gelikt klinkt als op plaat. Als mevrouw Moore aankondigt dat het tijd wordt om de beentjes los te gooien (of iets van die strekking) wordt er in ieder geval een redelijk strakke dansbeat ingezet maar over de gehele linie zou ik het optreden willen omschrijven als een charmant rommeltje. Sonja klinkt live een beetje als een garagerockversie van Dokken of Def Leppard, en stellen dat mevrouw Moore niet helemaal toonvast zingt is een understatement. Toch kan ik niet zeggen dat het me stoort. Er worden ook nog leuke covers gespeeld van Danzig’s Devil’s Plaything en Iron Maiden’s Déjà Vu. Sowieso knap om met één gitaar iets van Iron Maiden te spelen dus dat het hier zo’n beetje mijn minst favoriete Maiden-nummer betreft leg ik maar even naast me neer. Als iemand die graag zowel naar heavy metal als naar garagerock luistert kan ik het allemaal prima hebben maar ik kan me best voorstellen dat niet iedereen even enthousiast is (“het is echt niet goed genoeg hoor”, oppert een medeburner).  


En dan zijn we alweer bij de laatste band aanbeland, het Amerikaanse Final Gasp. Ik ben er volstrekt niet bekend mee, wel constateer ik dat het nerveus ijsberende mannetje waar ik het eerder over had nu ineens op het podium staat en de zanger van deze band blijkt te zijn. Van zijn ogenschijnlijke nervositeit is weinig over, als hij niet staat te zingen is hij voortdurend echt furieus aan het headbangen. De jongeman moet nekspieren als scheepskabels hebben. Muzikaal doet het mij erg denken aan het soort ‘alternatieve’ metal zoals dat begin jaren 90 veel gemaakt werd door bands als Prong en Helmet, U kent het wel, van die hoekige riffs met een flinke scheut hardcore. Voeg daar wat Killing Joke-achtige blafzang aan toe en U heeft een aardig compleet plaatje. Wat de band m.i. nog mist is wat beklijvend songmateriaal (het nummer wat er het meest uitspringt is de Hüsker Dü-cover The Girl Who Lives On Heaven Hill) maar dat zou natuurlijk ook aan mijn onbekendheid met hun muziek kunnen liggen. Strak spel en een energieke podiumpresentatie moesten hier het meeste werk doen. Ik heb er geen plaatje van gekocht maar als ze in de buurt zouden spelen dan zou ik ze zeker nog een keer gaan zien.

Zo, de kop is eraf. Het gebouw loopt gestaag leeg en ik zie ook weinig bekenden meer. Van een vriendelijke security-medewerker krijg ik te horen dat de eerste pendelbus richting Eindhoven pas om 01.00 uur vertrekt. De DJ draait een combinatie van hair metal-klassiekers (W.A.S.P., Twisted Sister) en flauwe synthpop-hitjes (A-Ha en zo). Daar heb ik eigenlijk niet zo’n zin in dus ik besluit een treintje eerder naar Eindhoven te nemen. Morgen komt vrouwlief immers ook en we hebben dan nog vier hele dagen te gaan.

In het volgende deel van dit feuilleton gaan we het hebben over zonnebrillen, hoedjes van haar en niet weten wat er gebeurt.


Roadburn 2024 Dag 4

  (foto: Jurgen van Hest ) De laatste dag is aangebroken. We hebben er al drie drukke dagen op zitten dus vandaag doen we het rustig aan. Ze...