zondag 5 mei 2024

Roadburn 2024 Dag 4

 

(foto: Jurgen van Hest)

De laatste dag is aangebroken. We hebben er al drie drukke dagen op zitten dus vandaag doen we het rustig aan. Zelfs het jaarlijkse praatje van Roadburn-baas Walter sla ik  vandaag even over. Ik ben altijd benieuwd hoe iedere editie tot stand is gekomen en wat ze eventueel voor volgend jaar weer in petto hebben maar ik vertrouw erop dat dat me op één of andere manier wel ter ore zal komen. Nee, vandaag ga ik iets doen wat ik op deze editie nog niet gedaan heb: Plaatjes shoppen.

In de nabijgelegen zaal The Terminal begint ondertussen een bandje aan hun set. “Hey, dat klinkt als die muziek van jou”, zeg ik tegen vrouwlief. Is een beetje een running gag tussen ons, iets wat ik tegen vrouwlief zeg als ik iets new waverigs hoor, en zij tegen mij als ze iets heavy metaligs hoort. Kennelijk heb ik het wel bij het rechte eind want vrouwlief begeeft zich richting zaal. Het bandje in kwestie is Laster die hun laatste plaat Andermans Mijne integraal spelen. Zodra ik ben uitgeshopt voeg ik me bij haar voor het staartje van de show. We hebben Laster al eerder gezien op Roadburn en ze zijn ook goed vertegenwoordigd in de platenkast. Meer nog dan op hun vorige plaat Het Wassen Oog is Laster de black metal voorbij. Zeker, er komt nog wel eens een blastbeatje voorbij, maar het is ook dansbaar en post-punkerig. Hier en daar een beetje jazzy zelfs. Vrouwlief begeeft zich na afloop richting Laster’s merch stand. Ik ben vandaag niet de enige die plaatjes koopt.

Op de Main Stage gaat Die Wilde Jagd zo aan z’n commissioned project beginnen. De titel ervan is Lux Tenera – A Rite To Joy en is een samenwerking met Het Metropole Orkest. Het Metropole Orkest stond in 2019 al eens op Roadburn, toen samen met Triptykon. Dat was zeker niet slecht, al was het verschil tussen de klassiek geschoolde musici en de autodidacte metalmuzikanten af en toe wel pijnlijk hoorbaar. Ik verwacht meer van deze samenwerking omdat ik denk dat de minimalistische benadering van Die Wilde Jagd a.k.a. Sebastian Lee Philip zich wel eens heel goed zou kunnen lenen voor een orkestraal arrangement. Die verwachting wordt meer dan waargemaakt. Het werkelijk ramvolle podium wordt geflankeerd door twee gigantische rode trommels die op den duur ook gebruikt zullen gaan worden. Het is moeilijk te omschrijven wat er allemaal gebeurt bij dit stuk omdat er een heleboel verschillende registers bespeeld worden. Van Sebastian Lee Philip himself die samen met een gastzanger een soort van popliedje op zijn gitaar speelt waarbij het orkest zich stapsgewijs bij hem voegt tot een zwierig arrangement met strijkers en blazers dat langzaam maar zeker aangevuld wordt met een groovende funkbeat, om nog maar te zwijgen van de meneer die vanuit het publiek het podium komt opgelopen, spelend op een carnyx. Het is te veel om op te noemen eigenlijk. Ik heb onvoldoende referentiekader qua orkestrale muziek om dit in enige hoek te kunnen plaatsen. Het doet me denken aan Moondog’s titelloze plaat uit 1969 en de soundtracks van John Williams. Vrouwlief trekt de vergelijking met een concert van Blixa Bargeld & Teho Teardo dat we ooit samen bezochten. Ik kan alleen maar zeggen dat hier Kunst met een grote K bedreven wordt. Lankum gisteren had een diepere emotionele lading voor me maar ik kan mijn oordeel natuurlijk niet alleen laten afhangen van mijn overgevoelige traanbuizen. Dit is het meest bijzondere dat ik dit weekend gezien heb en ik roep dit dan ook uit tot het officiële hoogtepunt van Roadburn 2024. En ik hoop echt dat het op plaat gaat verschijnen.

Van een heel andere orde is Devil Master die zo in The Terminal gaan spelen. We weten inmiddels dat de harde bandjes nog steeds het meest in trek zijn op Roadburn dus we zorgen dat we er op tijd zijn en jawel hoor, achter ons begint zich alweer een gigantische rij te vormen. Het duurt nog even voor de zaal opengaat dus terwijl vrouwlief ons plekje bezet houdt haal ik bij de nabijgelegen Safraan Karavaan wat gezonds te eten voor ons. Dat wacht toch een stuk lekkerder. En dan gaat de zaal open. Op het podium is de backline behangen met beeltenissen van duivelskoppen. Voor het podium ontwaren we wat bezoekers die zich voor de gelegenheid hebben uitgedost met heksenhoedjes uit de feestwinkel. Devil Master betreedt het podium. De zingende bassist wordt geflankeerd door twee gitaristen gehuld in capes en rudimentaire corpsepaint. Muzikaal valt het in het hoekje te plaatsen van punkmetal a la Venom of Midnight. Of wellicht een garagerockversie van Tribulation, want door het wat blikkerige gitaargeluid heeft Devil Master ook een wat vreemd new wave-achtig randje, al is dat op plaat beter te horen dan live. Het zijn echter vooral de melodieuze gitaarriedeltjes bovenop de dikke Venom-riffs die het afmaken, en het allemaal heel catchy en vrolijk maken. Ja inderdaad, ik zei ‘vrolijk’, kan er niks aan doen. Ze kunnen het nog zo over The Vigour of Evil hebben en dat ze Enamoured in the Throes of Death zijn, een Devil Master-show is duidelijk vooral een feestje, de voetjes gaan van de vloer en de heksenhoedjes die we eerder gesignaleerd hebben kiezen al snel het luchtruim. Het zal wellicht niet de bedoeling zijn maar dit was gewoon een leuke show van een leuke band.

Omdat we niet weten hoe druk het gaat worden bij The Jesus and Mary Chain besluiten we om ons langzaam maar zeker richting de Main Stage te begeven. Onderweg socializen we wat met deze en gene en doen wat aan de inwendige mens. In de grote zaal is Grails inmiddels klaar met hun show dus nestelen we ons op de trap en vermaken ons met de playlist in aanloop van The Jesus and Mary Chain.

The Jesus and Mary Chain is een band waar ik niet echt een geschiedenis mee heb. Vrouwlief des te meer. Ik kende ze natuurlijk wel. Je kon er ook moeilijk omheen in de jaren 80, als je een beetje geïnteresseerd was in muziek die niet in de Top 40 stond. In mijn toenmalige stamkroeg De Pompe werden ze regelmatig gedraaid, en Reverence (U weet wel, waarin ze zingen: “I wanna die just like JFK, I wanna die in the USA”) vond ik serieus nog een goed nummer ook. Maar in de verzuilde jaren 80 was het voor dit jonge headbangertje toch vooral muziek van ‘dat andere kamp’, oftewel die jongens en meisjes met Robert Smith-haar en lange donkere jassen die altijd zo ernstig keken. Dat zich in datzelfde kamp mijn toekomstige vrouw bevond kon ik toen natuurlijk nog niet weten. De kampen tolereerden elkaar als we bandjes gingen kijken bij plaatselijk poppodium ’t Beest. De harde gitaren hadden we gemeen, alsook sommige bands (The Cult, The Sisters of Mercy, Fields of the Nephilim). Maar bands die zich lijzig en druilerig presenteerden, zonder stoere rockposes, verzuipend in een zee van fuzz waardoor je de riffs niet meer kon horen? Ik vond ’t maar moeilijk. En de wavers moesten waarschijnlijk op hun beurt weer niks hebben van het gebrul en de stoerdoenerij van de bandjes die ik leuk vond. Ja, het waren nog echt verschillende werelden in die tijd.

En nu zijn we bijna 40 jaar verder. The Jesus and Mary Chain heeft mijn platenkast nooit gehaald, totdat vrouwlief en ik besloten samen te gaan wonen en we onze muziekcollecties samenvoegden. En nu staat The Jesus and Mary Chain dus gewoon op Roadburn. Horen ze daar thuis? Roadburn-boekster Becky vond in ieder geval van wel en schreef een uitgebreide brief aan het management waarom dat volgens haar zo was. Waar veel Roadburn-bands de mosterd bij Black Sabbath halen is The Jesus and Mary Chain natuurlijk meer schatplichtig aan een andere heavy band (die lang niet altijd als zodanig gezien wordt) namelijk The Velvet Underground. Anderzijds spelen er op Roadburn al jaren tal van bands die hoorbaar beïnvloed zijn door het stofzuigergitaarwerk zoals gepionierd door The Jesus and Mary Chain (én Sonic Youth, én My Bloody Valentine). Dus ja, de cirkel is een soort van rond en wat mij betreft past The Jesus and Mary Chain prima op Roadburn.

(video: live maniacs)

The Jesus and Mary Chain anno 2024 is alleen nog maar de broertjes Jim en William Reid, begeleid door een groep huurlingen die ongetwijfeld geïnstrueerd zijn om niet te veel te bewegen. De heren zien er niet uit alsof ze er erg veel zin in hebben maar dat zegt in dit specifieke genre niet zoveel. De afgelopen dagen hebben we tal van bands gezien die Walter, Becky, Roadburn en ook het publiek uitgebreid bedankten. Dat zul je bij The Jesus and Mary Chain niet zien en dat zou ik persoonlijk ook vreemd vinden. Vrouwlief heeft ze al eerder aan het werk gezien en zegt dat de sporadische bedankjes die frontman Jim Reid na sommige applausjes mompelt al heel uitzonderlijk zijn. En ook dat ze deze show als ietwat routineus ervaart (“niks op aan te merken en dat is eigenlijk precies het probleem”). Ik ben echter een The Jesus and Mary Chain-novice en merk dat ik me prima vermaak. Onder de gruizige muur van noise bevinden zich heuse popliedjes en ik constateer dat ik er best nog aardig wat van ken ook. Vooral Just Like Honey is stiekem eigenlijk wel een heel mooi nummer. Er wordt afgesloten met het eerder genoemde Reverence. De laatste woorden van Jim Reid aan het publiek zijn: “Thank you all for showing up even though you didn’t have to”. Bijzonder. Wat zou hij er mee bedoeld hebben? We zullen het nooit weten. Als de lichten aangaan blijkt de zaal maar voor driekwart gevuld.

En dan gaan we afronden. In de Hall of Fame speelt Uboa. Die speelde gisteren The Origin Of My Depression en dat vind ik een mooie plaat maar helaas clashte deze show met iets anders. Mensen die er wel bij waren vertelden dat het dusdanig intens was dat ze zich eigenlijk een beetje zorgen maakten over haar geestelijke gesteldheid. Dat maakt nieuwsgierig maar goed, haar afsluitende show heet Calm Down dus dat zal wel van een heel andere orde zijn. En inderdaad, middenin de zaal gezeten omringd door haar apparatuur brengt ze voor haar afsluitende show vooral serene ambient-klanken en krakende noise voort. Kennelijk heeft ze de rust in zichzelf teruggevonden. Gelukkig maar. Wij gaan ook ons bedje opzoeken.

En dat is nu alweer twee weken geleden. Ik heb er ondertussen alweer diverse werkdagen op zitten en tussen de bedrijven door zit ik deze verslagjes te tikken. Heb veel mooie dingen gezien. En ook een paar dingen helaas niet gezien. Dat kan ook gewoon niet met zo’n overvol programma waarbij harde keuzes gemaakt moeten worden dus helaas, geen Tusmørke, geen Birds In Row, geen Hide, geen Neptunian Maximalism en geen The Bevis Frond. Ik werk er nog steeds hard aan, dat opsplitsen van mezelf, maar ’t is nog steeds niet gelukt.

Dat ik beide shows van Fluisteraars niet gezien heb vind ik achteraf wel jammer. Waarom weet ik eigenlijk niet. Hun plaat Bloem staat hier in de kast en die vind ik geweldig. Ook heb ik wederom niets gezien van de jazzprogrammering in Paradox. De dingen die ik het meest interessant vond clashten steeds met iets anders. Maar ’t is niet anders, spijt hep geen nut.

En voor het eerst in mijn persoonlijke Roadburn-geschiedenis ben ik op geen enkele afterparty geweest. Vroeger was dat voor mij de kers op de spreekwoordelijke taart, eerst de hele dag bandjes kijken, beetje ouwehoeren en dan na afloop lekker meelallen en luchtgitaar spelen op ouwe rock- en metalhits. Maar het festival is uit zijn voegen gegroeid. Geen kritiek maar een constatering. En in tegenstelling tot sommige oudgedienden vind ik dat het programma er door de muzikale verbreding juist heel erg op vooruit is gegaan en daar wil ik gewoon zoveel mogelijk van zien. Met als gevolg dat ik ’s avonds na al die afgelegde kilometers geen voeten meer over heb om te dansen. Ergens jammer, juist op de Roadburn-dansvloer heb ik veel mensen leren kennen.

Maar ach, dat sociale gedeelte zat verder wel snor. Zo heb ik nog even fijn met Raven van Dorst (DOOL) en Broeder Dieleman staan kletsen en ze bedankt voor hun fijne show en ook Walter himself heb ik nog even kort gesproken alsook diverse andere vrienden en bekenden. Het was wat dat betreft weer een oprecht gezellige bedoening.

En hoe nu verder? Inmiddels heb ik op Spotify Walter z’n jaarlijkse praatje kunnen beluisteren en er staat dus nog he-le-maal niets geboekt voor volgend jaar. Niente. Zero. Nul. Dus wat nu?

Voor mezelf sprekend, een wensenlijstje heb ik niet echt. Van mijn wensenlijstje van vorig jaar is immers redelijk wat uitgekomen (Xiu Xiu, Richard Dawson, Lankum, Sonja, Ragana, Cult Leader, DOOL, HEALTH) dus wat heb ik eigenlijk nog te wensen? Nou ja, ik zou er voor nu Sleepytime Gorilla Museum aan kunnen toevoegen. Of Djunah. Of Gunship….

Trouwens, onder de bezoekers was ook Kjetil Nernes van Ărabrot. Was die er gewoon om bandjes te kijken? Of zou hij er geweest zijn ter voorbereiding van een eventueel Artist in Residence-schap? En die luistersessie van het album van Kati Rán? En Gazelle Twin, wiens foto zo nadrukkelijk op de meest recente editie van de wekelijkse Essential Sounds-playlist staat? Zijn het wellicht hints naar de toekomst?

Ach, erover speculeren heeft geen zin. Wat ze volgend jaar ook gaan doen, we horen het waarschijnlijk niet eerder dan september. De muzikale hoogmis Roadburn is voor dit jaar weer voorbij maar online gaat het door met de Roadburners-groep op smoelenboek. De afgelopen twee weken heb ik de wensenlijstjes van wat medeburners doorgespit dus de komende tijd ga ik me eens verdiepen in de oeuvres van o.a. Ponte del Diavolo, Kite, Aux Animaux, Sunk Heaven, Katie Kim, The Serfs, Master Boot Record, Michael Cashmore, Daniel O’Sullivan, Maija Sofia en Pygmy Lush. Op deze manier heb ik immers ook huidige favorieten als Richard Dawson en Algiers ontdekt.

In de wandelgangen heb ik wel vernomen dat ze dit jaar bezig geweest zijn met ØXN maar dat dit niet door kon gaan omdat dit een zijproject van Lankum betreft. En Lankum stond er immers zelf al. Wellicht dat we ØXN dan in de toekomst nog eens gaan zien. Dat zou gaaf zijn.

Hoe dan ook, voor nu zeg ik dankjewel Walter, Becky, de gehele Roadburn-crew, de optredende bands en artiesten en alle leuke mensen die geweest zijn. Het was weer een editie om in te lijsten. Tot volgend jaar! \m/

 

 

 

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Roadburn 2024 Dag 4

  (foto: Jurgen van Hest ) De laatste dag is aangebroken. We hebben er al drie drukke dagen op zitten dus vandaag doen we het rustig aan. Ze...