dinsdag 11 juni 2024

Cultureel Bijspijkeren

 

Het is hier al eens eerder aangestipt, vrouwlief en ondergetekende zijn allebei enorme muziekliefhebbers maar ieder wel vanuit een heel andere achtergrond. Zo af en toe vinden we het dan ook nodig (of eigenlijk gewoon leuk) om elkaar cultureel een beetje bij te spijkeren. Dit keer was vrouwlief aan de beurt. Of ik mee ging naar de Cranes in de Maassilo, één van de bands waar zij mee opgegroeid is. Kaartjes had ze al. Tsja, natuurlijk wilde ik dat wel. Ik kende ze weliswaar alleen van naam en was me er ergens vaag bewust van dat het ‘indie’ was en dat ze een zangeres hadden maar verder reikte mijn kennis niet. Vrouwlief was me gelukkig graag ter wille en liet me een en ander horen uit haar deel van de collectie, te beginnen met een nummer getiteld Starblood.

Met mijn hoofd nog een beetje in de sferen van het Roadburn-festival dat we net achter de kiezen hadden klonk deze combinatie van beukende drums, gierende herrie en serene vrouwenzang me bijna als een soort potentiële Roadburn-afterparty in de oren. Ik begon er gewoon een beetje zin in te krijgen.

In de praktijk blijkt dat echter tegen te vallen, en dat komt vooral door de onstrakke drummer die slecht uit de voeten lijkt te kunnen met de repeterende edoch complexe ritmes en soms midden in een nummer gewoon stopt met spelen. Hij lijkt er zelf ook van te balen maar geeft de schuld aan het drumstel. Tsja, wat de oorzaak ook moge zijn, het ritme is toch de basis en als dat inzakt betekent dat dus dat gewoon de hele show inzakt. De gitaarspelende zangeres die besmuikt met haar rug naar het publiek gaat staan zodra ze merkt dat haar gitaar niet helemaal zuiver staat helpt ook niet echt. Ze mogen desondanks terugkomen voor maar liefst twee toegiften. Kennelijk betreft het hier een band met een bepaalde status maar zelfs vrouwlief is meedogenloos in haar oordeel: “Het lijkt wel alsof ze vorige week pas hebben besloten om weer bij elkaar te komen.” En daar heb ik helaas niets aan toe te voegen, al probeer ik er nog een positieve twist aan te geven door te zeggen dat ik de visuals wel mooi vond. “Dat waren gewoon hun ouwe videoclipjes” schampert vrouwlief. OK. Misschien moeten we maar gewoon constateren dat dit niet al te best was.

Gelukkig bevalt de volgende bijspijkersessie een stuk beter. Reeds in maart geeft vrouwlief te kennen dat Pulp 24 mei een show gaat geven in de AFAS Live en nee, ik hoef heus niet mee als ik niet wil maar als ik maar weet dat zij zeer stellig van plan is wel te gaan. Vrouwlief heeft niet alleen alle CD’s van Pulp in huis maar ook alle CD-singles. Het is niet overdreven te stellen dat vrouwlief een fan is.

Nou, ik wil best mee hoor. Ik ken Pulp wel. In de jaren 90 keek ik iedere zondagavond Headbanger’s Ball op MTV en dit werd voorafgegaan door het alternatieve muziekprogramma 120 Minutes. Omdat ik net mijn muzikale blik wat aan het verruimen was en in dat programma ook wel eens artiesten voorbij kwamen die ik interessant vond (Nick Cave, Dinosaur Jr.) pikte ik hier ook wel eens een stukje van mee. Daar zag ik dus ook de campy clipjes voorbijkomen van dit bijzondere britse groepje, aangevoerd door een graatmagere dandy in een te groot pak die in liedjes als Babies en Common People op droge mompeltoon zijn slaapkamerfantasietjes leek te bezingen. Heb het altijd een grappig bandje gevonden, zonder verder de behoefte te voelen me heel erg in hun oeuvre te verdiepen.

En nu zijn we een kleine 30 jaar verder en ga ik ze gewoon zien in de AFAS Live. Het kan toch raar lopen in het leven. Het is nog een hele trip naar Amsterdam dus vrouwlief haalt me rechtstreeks op van het werk. Na me tegoed te hebben gedaan aan de meegebrachte broodjes doe ik onderweg nog even een tukje terwijl vrouwlief zich door diverse files heen worstelt. We zijn zo slim geweest om vantevoren een parkeerplek te reserveren en da’s maar goed ook want een mevrouw genaamd Olivia Rodrigo alsook die vermaledijde Toppers treden vandaag op dus het is een drukte van jewelste in het Arena-gebied. Om bij de AFAS Live te geraken moeten we ons door horden lallend feestvolk gehuld in bloemenkransen van de feestwinkel heen worstelen. De Hel!

We zijn ruim op tijd dus eenmaal in de AFAS willen we nog wat aan de inwendige mens doen maar we schrikken een beetje van de prijzen. We beperken ons dus maar tot ieder een simpel bakje friet. Da’s toch nog € 5,50, en het oogt en smaakt alsof het al eens eerder is gebakken. Dat gaan we duidelijk geen tweede keer doen. Na onszelf te hebben voorzien van een drankje nemen we plaats op het balkon. Het voorprogramma is dusdanig saai dat ik er verder geen woord aan wens te wijden. En dan is het na drie kwartier zo ver. Mijn avond kan eigenlijk al niet meer stuk als ik hoor dat ze Ann Steel’s even obscure als magistrale My Time als introtape gebruiken. Mensen met smaak en kennis van zaken, daar hou ik van!

Dan dimmen de lichten en verschijnen er teksten op het bordeauxrode showbizgordijn waarin ons te kennen word gegeven dat dit een avond gaat worden die we nooit meer zullen vergeten.


Als de gordijnen opengaan ontwaren we een podium dat wordt gedomineerd door een grote showbiztrap waarop aan weerskanten de muzikanten zijn verdeeld, naast Pulp zelf bestaande uit een heus strijkorkest. Uit het midden van de bovenste trede verrijst frontman Jarvis Cocker himself, in z’n pak natuurlijk. Echt, wat ziet het er schitterend uit allemaal. Ik heb sinds de laatste keer dat ik KISS zag niet meer zo’n tot in de puntjes verzorgde show gezien, al tapt Pulp zowel muzikaal als qua vormgeving natuurlijk uit een heel ander vaatje. Ik moet door de zeer authentieke seventies-look eigenlijk gewoon een beetje denken aan die spelshows met Ted de Braak en Ron Brandsteder, waar we vroeger met het hele gezin naar keken. Dat gevoel van nostalgie wordt nog versterkt als na de openingstrack Disco 2000 wordt ingezet, een nummer dat bij mij op de een of andere manier altijd associaties oproept met Umberto Tozzi’s Gloria.


Het zou echter niet terecht zijn om Pulp af te doen als een campy retro-act. Daarvoor zit het allemaal te goed in elkaar en is het songmateriaal te sterk. De band speelt retestrak, het geluid is kraakhelder en hoewel ik hem door zijn gemompel af en toe slecht kan verstaan is Jarvis Cocker een innemende en energieke frontman. Je zou niet zeggen dat hier een man van 60 staat te springen en te hupsen. En soms best wel hijgerige seksteksten staat te zingen (“oh this is hardcore/this is me on top of you”) maar ach, de knipoog was volgens mij altijd een belangrijk onderdeel van het Pulp-gebeuren dus daar gaan we ook 30 jaar na dato niet meer moeilijk over doen, toch? Terwijl bands en artiesten uit die zogeheten indie danwel alternatieve hoek vaak wat ernstig van toon zijn maakt Pulp er gewoon een schaamteloos feestje van. De confetti knalt letterlijk uit het plafond en dhr. Cocker bespeelt zijn publiek met allerhande klap- en meezingspelletjes. Dat ik categorisch weiger mee te doen aan dit soort dingen doet daar verder niets aan af. Al met al kan geconstateerd worden dat Cocker en co. hun belofte waarmaken. Dit was inderdaad een show om nooit meer te vergeten. 

En sowieso een leuk contrast met de doom & gloom die normaliter mijn voorkeur heeft.

Daarover gesproken, voor ons volgende culturele uitje gaan we onszelf bijspijkeren. Want dat wordt namelijk een heuse balletvoorstelling. Over Black Sabbath. I kid you not.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

ROADBURN Dag 4

  En dan is nu de vierde en laatste dag aangebroken. We zijn donderdag goed van start gegaan met een ijzersterke show van Xiu Xiu en hebben...