woensdag 30 september 2020

TE GEKKE TENT HIER! - It’s The End Of The World As We Know It (en da’s best k*t)

 

Bar American gaat sluiten. Het enige echte hardrock-café in Zeeland en omstreken is er straks niet meer. Potdomme nog an toe! Er zijn door de jaren heen wel vaker kroegen en zaaltjes dichtgegaan, en soms vond ik dat vervelend en soms liet het me volkomen Siberisch. Toen De Pompe van eigenaar veranderde verloor het veel van zijn oude glans. En dat Café De Vrijbuiter dicht ging was jammer maar gezien de staat van het pand ook wel een beetje onvermijdelijk. Maar het idee dat er straks geen Bar American zal zijn, ja dat doet me wel wat. Het feit dat ik er niet heel vaak meer kom verandert daar niets aan.

Ik weet het nog goed, de allereerste keer dat ik in Bar American kwam. Ik zal een jaar of 15 geweest zijn. Natuurlijk had ik het uitgaansleven daarvoor al een beetje ontdekt. Elke zaterdag ging ik met het fietsje vanuit Wolphaartsdijk naar de Soos in Kapelle. Op de MAVO zat een jongen, Drieks, die in Kapelle woonde en net als ondergetekende een spijkerhesje droeg met emblemen van hardrockbands. Een soortgenoot dus! Hij raadde me aan om een keer naar zijn plaatselijke dorpssoos te komen want daar waren hardrockers en er werd soms hardrock gedraaid.

Zo gezegd, zo gedaan. Drieks was daar ook en stelde me voor aan de rest van de gang. Na een hele avond gesprekken over onze favoriete muzieksoort terwijl er op de achtergrond alleen maar suffe Top 40-zooi werd gedraaid was het moment daar. “Hey, wordt er niet meer geheadbangd!?” riep iemand toen de openingsriff van Black Sabbath’s Paranoid klonk. Er werd een grote kring gevormd en we stonden allemaal wild te luchtgitaren en te headbangen. Paranoid werd gevolgd door Iron Maiden, de live-versie van Drifter met het Yo Yo Yo-meezingstuk. Meer dan dat was het niet en zoals ik het nu opschrijf komt het wellicht wat banaal over maar voor deze snotneus was dit echt een ding, een gróót moment. Hardrock/heavy metal was een wereld uit blaadjes en radioprogramma’s die ik tot dan doe alleen deelde met mijn beste maat Frank (die ik al spoedig wist over te halen mee te komen) en die was nu een stukje echter geworden. Ik had er in één avond een heleboel vrienden bij gekregen.


Maar goed, dit stukje gaat over Bar American. Ergens in maart 1985 werd in Middelburg het Earthquake-festival gehouden, georganiseerd door het toen erg hippe Belgische heavy metal-label Mausoleum Records, waar de bands Hazzard, Lion’s Pride, Steelover en Crossfire zouden optreden. Het was niet mijn eerste hardrock-concert, aangezien mijn vader (lees zijn blog!) me al had meegenomen naar BruPop in Bruinisse (waar de Pat Travers Band afsloot), naar KISS in de Groenoordhallen (met een opkomend Brits bandje genaamd Iron Maiden in het voorprogramma) en naar een oorverdovend concert van Accept in diezelfde Middelburgse veilinghallen waar ik nu ook naar toe ging. Dus stapte ik in Goes op de trein, mijn matties uit Kapelle zaten er al in.


Maar we waren nog vroeg dus moest er natuurlijk eerst even gestopt worden in dat beruchte Middelburgse hardrock-café. Nou, dat was me een ervaring! Een heus hardrock-café waar hardrockmuziek gedraaid werd en waar allemaal hardrockmensen rondliepen. Ik keek mijn ogen uit, leunde tegen de flipperkast en zei tevreden knikkend: “Ja, te gekke tent hier”. Dit tot grote hilariteit van m’n matties Drieks en Doesje die me dit in de jaren daarna nog regelmatig onder de neus zouden wrijven (“Hey Fred, te gekke tent hè, hahaha”).

Anyway, het Earthquake-festival dus. Opener Hazzard was vervangen door een bandje genaamd Three Pence waarvan ik me alleen het logo nog kan herinneren, Lion’s Pride was moddervet en we hebben met z’n allen bruut staan headbangen, van Steelover herinner ik me alleen dat de drummer in een kooitje zat en dat hij zijn Dracula-gebitje het publiek in gooide en Crossfire was volgens mij een prima afsluiter al kan ik me daar niet veel meer van herinneren. Wat ik nog wel weet is dat we daarna terug gingen naar Bar American en dat we daar op zeker moment met z’n allen Queensrÿche’s Deliverance stonden mee te zingen. Een waarlijk gelukzalig moment!


Nou, ik had het helemaal gevonden daar. Een paar weken later toog ik in m’n eentje naar Bar American, vanuit Goes met de trein. Ik had precies genoeg geld bij voor één biertje en was van plan daar gewoon een uurtje te gaan zitten en te genieten van hardrockmuziek. Klinkt belachelijk misschien, om zoveel geld te spenderen aan een treinkaartje om dan een uurtje met één drankje in een kroeg te gaan zitten maar zo belangrijk was dat hele hardrockgebeuren toen voor me (en trouwens, ik was 15 en dan doe je stomme dingen, laat me toch!). Maar toen ik daar binnenkwam was de eerste die ik daar zag Peter, die iets oudere jongen die in de soos van Kapelle wel eens een hardrockplaatje voor ons draaide. Hij was daar met wat vrienden van ‘m. Na mijn biertje gekocht te hebben ging ik even bij hem staan voor een praatje en kreeg even later van één van zijn vrienden een biertje in handen geduwd. En nog één. En nog één. Het hele rondjessysteem was nog nieuw voor me. Achteraf gezien vind ik het best knap van mezelf, dat ik niet alleen de trein heb gehaald maar dat het me ook is gelukt om op de fiets en zonder ongelukken terug in Wolphaartsdijk te komen.


Er zouden nog vele avonden volgen, alsook vele concerten want in het nabijgelegen zaaltje The Cavern, en toen The Cavern afbrandde in de Zippo, werden ook hardrock- en heavy metal-concerten gegeven. Heel wat memorabele shows gezien daar. Dark Wizard, Picture, Trance en Faithful Breath in The Cavern en Helloween en Agent Steel in de Zippo. 


En ook in Bar American zelf traden wel eens bands op. Op één van die avonden speelde de band Defender en maakte ik kennis met een jongen uit het dorpje Waarde genaamd Jaap. Het metal-genre was zich langzaam maar zeker aan het ontwikkelen naar hardere en snellere varianten met bands als Exodus en Slayer en Jaap en ik waren hier allebei erg van gecharmeerd. We zijn bij Defender echt starnakel dronken geworden en nadien op Station Middelburg stampten we op de maat van ons dronken schreeuwlied een reclamebord kapot. Per ongeluk weliswaar maar het leverde ons helaas toch een nachtje politiebureau op. En het begin van een lange vriendschap.


Zoals gezegd, metal werd extremer en dat zorgde hier en daar voor wat verdeeldheid bij de clientèle. De oudere garde moest weinig hebben van subgenres als thrash en speed metal terwijl de nieuwe generatie metalheads hun neus ophaalde voor de Scorpions en Led Zeppelin. Er werd wel eens een liedje van de Sex Pistols of The Ramones gedraaid in Bar American maar over het algemeen behoorden punkers en hardrockers nog tot verschillende kampen. Er begonnen echter steeds meer kruisbestuivingen tussen deze genres te komen en shirtjes van bands als G.B.H. en D.R.I. begonnen op te duiken onder de bezoekers. Zelf vond ik dat wel eens lastig, die verdeeldheid. Ik hield van bands als Kreator en Possessed maar Thin Lizzy was me net zo lief en ja, ik had ook punkvrienden waar ik muzikale tips opdeed. Ik had eigenlijk helemaal geen zin om me bij één kamp aan te sluiten.


Eigenaar Kees Petiet was vaak zelf de DJ in Bar American en had een vrij brede kijk op wat er in een hardrock-café gedraaid kon worden. Mij sprak dat persoonlijk wel aan. Ik had na een tijdje obsessief alles van KISS verzameld te hebben andere hardrock leren kennen via het hardrock-radioprogramma Alfred Lagarde’s Beton (die er een soortgelijke brede kijk op na hield), de platencollectie van mijn vader (Led Zeppelin, Ten Years After, Deep Purple, dat werk) en een ander radioprogramma genaamd Hanneke Kappen’s Stampij, dat zich wat meer richtte op de toen opkomende NWOBHM. Natuurlijk werd er in Bar American Black Sabbath gedraaid, en Motörhead, Iron Maiden, Saxon, Judas Priest, noem het maar op. Maar ook Pink Floyd, The Rolling Stones en The Doors kwamen wel eens voorbij, Kees was absoluut niet puristisch. Ik ben ‘m nog steeds dankbaar dat ie me kennis heeft laten maken met Jason & The Scorchers (die in platenzaken nooit in de hardrockbakken stonden maar daar m.i. prima hadden gepast).


Maar de muzikale kloof tussen de klassieke hardrock/heavy metal en de extremere nieuwe geluiden werd op den duur wel erg groot. Zo groot dat Kees de liefhebbers van dat extremere werk hun eigen plekje gaf: Het Thrashkot. Wat ik over die periode moet schrijven weet ik eigenlijk niet want het was een leuke maar ook een wilde, chaotische en verwarrende tijd, met buitensporig veel bier, drank en stoute sigaretjes en in het geval van sommige mensen ook andere middelen, met alle gevolgen van dien. Niet iedereen is ongeschonden uit deze periode gekomen. Wat ik nog niet heb verteld is dat ik van mijn 16e tot mijn 18e in Middelburg en Vlissingen heb gewoond. In die tijd kwam ik praktisch elke dag in Bar American als het open was. Nu was ik inmiddels weer verhuisd naar Goes en hing ik wat meer rond in en om 't Beest en was ik mijn muzikale horizon wat aan het verbreden. In ’t Beest speelden ondertussen veel bands uit het hardere segment, vooral op de zondagmiddagen, en dan trok er een heel regiment Bar American-gangers naar Goes. Death, Bolt Thrower, Autopsy, Mucky Pup, Excel, Whiplash, Pestilence, ze hebben allemaal in ‘t Beest gestaan en wat dat betreft was het een zeer memorabele tijd.


Ook Zeeland bracht in die tijd zijn eigen bands voort. Naast Brainless uit Vlissingen waren er MOT en Sjølmord uit Goes. Bassist en oud-punker Jan-Chris van laatstgenoemde stapte op den duur uit die band (om vervangen te worden door ondergetekende maar dat komt nog wel eens aan bod in een ander blog) om zijn nieuwverworven belangstelling voor death metal bot te vieren in een band genaamd Leprosy, en die zouden later weer uitgroeien tot Gorefest. Dat is een verhaal wat bij iedere liefhebber van het hardere werk bekend zal zijn. In die zin was het in muzikaal opzicht ook een vruchtbare tijd. Bovengenoemde bands hebben ook allemaal in Bar American gestaan.


Het was ook een tijd die opeens voorbij was, van het ene op het andere moment leek het wel. Tot op de dag van vandaag kan ik er niet precies de vinger op leggen waar dat nou aan gelegen heeft. Er waren wel een paar dingen die heel erg nadrukkelijk niet leuk waren in die tijd. En waar ook Bar American spijtig genoeg niet helemaal aan ontkwam. Flyers van het extreemrechtse Jongerenfront en T-shirtjes van Skrewdriver werden op den duur wel erg populair, ook in Bar American helaas en nog erger, ook bij mensen waarvan ik zeker weet dat ze dit gedachtegoed helemaal niet aanhingen. Een dieptepunt was wat dat betreft een busreis van Bar American naar Dynamo Open Air, waar we met z’n tienen uit Goes de racistische zangkoren (“nigger, I hate your face, don’t try mess with the master race”) van de rest van de bus moesten verdragen. Een pijnlijk smetje op de geschiedenis van een tent waar ik zo van hield in die tijd.

Terwijl de thrash- death- en whatever-periode in volle gang was en ook toen ie reeds over was hield ik me op den duur vooral bezig met bands die een wat andere twist aan de hardere genres gaven. Faith No More, King’s X, Masters of Reality, Jane’s Addiction, Living Colour, dat werk. Maar toen kwam de stroming die ze ‘grunge’ noemden. In het begin was dat OK. Bands als Soundgarden en Nirvana kende ik al voordat ze bekend werden en daar was niks mis mee. Ik vond het zelfs wel leuk dat dit soort muziek nu mainstream leek te worden. Maar die pret was van korte duur. Het werd niet de gehoopte doorbraak van alternatieve muziek, integendeel, de industrie ging zijn eigen ‘alternatieve’ muziek maken. En wat was dat verschrikkelijk! Bandjes als Live, Bush, Creed, The Spin Doctors, Everclear, Meredith Brooks, Nickelback, die verschrikkelijk stomme Stone Temple Pilots, dat blaartrekkende gekweel van Kane, af-grij-se-lijk! Wat had ik ongelooflijk de takkeschurft aan al deze halfbakken niksrock! En over dat misbaksel dat ‘nu-metal’ heet wil ik het helemaal niet hebben. Korn? Limp Bizkit? The last fuckin’ straw!

Die spaarzame keren dat ik nog wel eens in Bar American kwam werd dat soort shit daar nu dus ook gedraaid. En als ik een rockblad opensloeg stond daar het druilerige huilhoofd van Dinand Woesthoff me aan te loenzen. Bah! M’n eigen genre had me verraden. Gelukkig was daar een nieuwe uitvinding genaamd het internet. Ik heb de rock en de metal nooit helemaal losgelaten maar ben wel veel ‘vreemdgegaan’. De triphop van Portishead en Massive Attack en het electronische geweld van Atari Teenage Riot zorgden voor de duisternis die ‘gewone’ rock en metal zo miste op dat moment. En verder heb ik in mijn nieuwe online-bestaan eens flink gegrasduind in jazz, garagerock, psychedelica, funk & soul, kazige easy listening, krautrock en ondertussen ook ontdekt dat The Beatles toch eigenlijk wel heel erg geniaal zijn. Uitendelijk brachten sites als stonerrock.com en Roadburn mijn innerlijke hardrocker weer naar boven.

En hoe zit het nu met Bar American? Ik ben er door de jaren heen met tussenpozen geweest. Ik heb er zelf een paar keer gestaan met mijn bandjes The Hollow Men en Harbour of Souls. En ik ben er nog een paar keer als bezoeker geweest, gewoon omdat ik toevallig in de buurt was of omdat ik er gewoon zin in had. En dat voelt toch altijd een beetje als thuiskomen, dat je dat donkere hol binnen komt gelopen onder de klanken van Journey’s Lights of eender welk nummer van Rory Gallagher of AC/DC. Dat heeft toch een speciale magie die niet uit te leggen valt, daarvoor moet je een ouwe hardrocker zijn denk ik. Dat het geen zin heeft om iets van Kyuss, Danzig of Monster Magnet aan te vragen en ik me ook wel eens een hedendaags flutdeuntje moet laten welgevallen van de Guano Apes of iets dergelijks dat geeft verder niet, dat hoort erbij en ik begrijp de afkeurende blikken van die ouwe hardrockers van weleer nu veel beter, als er weer eens een bruut thrashnummer voorbij kwam.


Dat ik er nauwelijks meer kom heeft ook verder niets met Bar American zelf te maken. Ik was maar wat graag naar het 40-jarig bestaan geweest maar dat kon niet doorgaan vanwege werk. Nee, ik kom sowieso nauwelijks nog in kroegen. Dat interesseert me gewoon niet meer zo veel. Ik probeer nog wel regelmatig naar concerten te gaan (nou ja, vóór de Coronatijd deed ik dat) en dan naast buurman ’t Beest m.n. in zalen en zaaltjes als 013, Little DevilBaroeg en Trix. Daar heb ik nu mijn netwerkje van vrienden en bekenden opgebouwd. Maar ik heb ook een drukke baan met onregelmatige werktijden en als ik vrij ben vind ik het oprecht lekker om gewoon thuis te zijn. Burgerlijk hè?

Maar nu gaat het boek dus echt definitief dicht. Ik neem me al jaren voor om er nog eens een keertje heen te gaan om eens een avondje flink door te halen maar ja, da’s makkelijk praten als je denkt dat iets er altijd zal zijn. Hoe moet het ooit nog goed komen met de wereld als ook Bar American niet het eeuwige leven heeft?

Dus wat zal ik eens doen? Er nog een keertje heengaan of de herinnering mooi houden zoals ie is? Speaking of which, hier is een playlistje met een paar van die fijne herinneringen.


Bar American, bedankt voor alles!! \m/

 

 

 

3 opmerkingen:

  1. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Geweldig! Zelf ben ik pas 36, maar toch is deze fraaie ode ook voor mij redelijk herkenbaar. Bedankt voor het delen. En ook dank aan Bar American, we gaan je missen...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Geweldig geschreven!! Ik ben echt even terug in de tijd gegaan hoewel ik dus meer de punk en later de gabber meer ambieerde, :)

    BeantwoordenVerwijderen

Roadburn 2024 Dag 4

  (foto: Jurgen van Hest ) De laatste dag is aangebroken. We hebben er al drie drukke dagen op zitten dus vandaag doen we het rustig aan. Ze...