Goedemorgen! Zoals gisteren gezegd, vandaag gaan we ontbijten bij locals Jurgen en Anuschka. Het English Breakfast dat ze in elkaar hebben gedraaid (inclusief vega-worstjes!) is heerlijk en vullend, en ze zijn ook nog zo attent om ons wat fleecedekentjes mee te geven om de nachtelijke koude door te komen. Met hernieuwde energie keren we even terug naar de camping, want ook daar spelen bands dit jaar. Het plaatselijke Gigatron 2000 is een schoolvoorbeeld van het type band dat 20 jaar geleden het Roadburn-affiche bevolkte. Instrumentale stoner met dikke riffs. Afgaande op de veelgehoorde online kritieken op de line-up van dit jaar zouden veel Roadburn-oudgedienden het liefst in iedere zaal alleen nog maar dit soort bands zien. Daar moet ik persoonlijk niet aan denken maar dat is gelukkig ook niet het geval en de logge stonergroove die dit drietal neerzet is verder dan ook een prima begin van de dag.
Eenmaal terug op het festivalterrein besluiten we om ons
eens te laten verrassen. Roadburn zet sinds een paar jaar ook zogenaamde Commissioned
Projects op het programma, oftewel men vraagt muzikanten om special voor
het festival een muziekstuk te schrijven. Trounce is een initiatief van
het Zwitserse undergroundlabel Hummus Records, bestaande uit muzikanten van Zwitserse
bands als Coilguns, Closet Disco Queen, Yrre en Kruger
en het stuk dat ze gaan opvoeren heet The Seven Crowns and Arias of the
Empty Room. Er is nog voldoende plek voor het podium dus posteren we ons
daar, totaal niet wetende wat we moeten verwachten. De zanger van het
gezelschap heeft een T-shirt van Swans aan en dat lijkt geen toeval.
Niet alleen klinkt hij een beetje als Michael Gira, de muziek heeft ook
enigszins de sfeer van bands als Swans, Killing Joke en PiL,
maar dan wel voorzien van meer hedendaagse kenmerken als de incidentele
blastbeat en wat dies meer zij. Op zeker moment besluit de zanger het publiek
in te duiken en staat hij neus-aan-neus te zingen met vrouwlief, een ietwat ongemakkelijk
moment. Al met al best een interessant begin van de dag maar dit schrijvende
merk ik dat het me moeite kost om er nog heel veel van terug te halen.
Dat is niet het geval bij het Schotse Ashenspire. Hier gebeurt echter zo ontzettend veel dat het moeilijk is er een coherent verslagje van te maken. Dat begint al bij hoe de band er uit ziet, een samengeraapt zooitje mensen met als meest opvallende verschijningen de in slechts een kilt gehulde saxofoonspeler en de eveneens schaars geklede zanger Rylan Gleave, die zelf ook niet helemaal lijkt te weten wat ‘m overkomt met al die mensen voor zich. Ashenspire’s wilde mengeling van anarcho-kraakpunk en avantgardistische black metal lijkt op het eerste gehoor chaotisch maar is dat niet. Het doet bijna Beefheartiaans aan, hoe de muziek met momenten lijkt te gaan ontsporen maar dat toch steeds net niet doet. De rauwe, soms schreeuwerige praatzang van Gleave en de op een videoscherm geprojecteerde beelden van instortende gebouwen maken het plaatje af. Fantastische show van een ronduit fascinerende band. Het behoeft natuurlijk geen betoog dat ik een plaatje van dit bijzondere gezelschap heb aangeschaft.
Hier trouwens nog meer foto's van Paul Verhagen.
Na een korte lunchbreak begeven we ons weer naar de 013 waar in de grote zaal Wolves In The Throne Room aan hun show gaat beginnen. Die heb ik echter al zo vaak gezien dat ik op eigen houtje besluit een kijkje te gaan nemen in de kleine zaal bij Maud The Moth, het alias van de uit Madrid afkomstige maar inmiddels in Edinburgh woonachtige Amaya López-Carromero. De liedjes die ze met haar piano en haar wonderschone stem ten gehore brengt zijn van zichzelf al fraai genoeg maar met behulp van een loopstation en diverse effecten maakt ze er sprookjesachtige en zelfs licht unheimische kunstwerkjes van. Erg fijne ontdekking dus ook gelijk maar twee plaatjes van gescoord.
Dan weer op naar de grote zaal waar het Belgische Brutus aan hun show gaat beginnen. Een lastige keuze want in The Terminal speelt tegelijkertijd het erg interessante Jerusalem In My Heart en in de Hall of Fame spelen de Britse anarcho-punkers Bad Breeding. Ik kies echter toch voor de ‘veilige’ optie Brutus omdat ik het één van de betere Benelux-bands van dit moment vind en omdat het me de afgelopen paar jaar steeds maar niet gelukt is ze live te zien. En ze stellen niet teleur. De muziek van Brutus is even simpel als ingenieus, Stefanie Mannaerts is een beest van een drummer en ze zingt er nog bij ook (het randje wat de afgelopen tijd op haar stem is gekomen stoort allerminst) en songs als War en Sugar Dragon zijn wat mij betreft gewoon Top 2000-materiaal. Geweldige band!
We blijven bij het grote podium want vandaag gaat Deafheaven hun meest recente werk Infinite Granite integraal uitvoeren, een shoegaze-plaat waar nauwelijks nog enige metal-invloed op te bespeuren valt. De pauzemuziek brengt ons met nummers van o.a. Ride en Sonic Youth al aardig in de stemming. Eenmaal op het podium blijken de mannen weer net zo’n geoliede machine als gisteren, het wordt een mooie uitvoering van een mooie plaat en de blauwe projecties op het podiumscherm maken het geheel tot iets wat ik hedendaagse psychedelica zou willen noemen. Enig smetje op het gebeuren is dat de zang van George Clarke niet altijd even goed te horen is.
Hierna begeven we ons weer richting spoorzone, eigenlijk met het plan om Elizabeth Colour Wheel te zien maar in The Terminal blijkt niet alleen Backxwash net aan haar show begonnen te zijn, er is ook nog volop plek in de zaal. Dat laten we ons geen twee keer zeggen, en het lukt ons zelfs vrij makkelijk om naar voren te komen. Voor hen die het niet weten, Backxwash is een in Canada woonachtige maar oorspronkelijk uit Zambia afkomstige transvrouw die een ronduit furieuze mengeling van hiphop, metal en industrial maakt. Ik was erg enthousiast over I Lie Here Buried With My Rings and Dresses, haar plaat uit 2021. Backxwash heeft zich voor de gelegenheid uitgedost als wasvrouw, laat zich voor één song begeleiden door Pupil Slicer-gitariste Katie Davis en toont haar geëngageerde kant door haar set te larderen met samples van o.a. Malcolm X en Nina Simone. Het gevoel dat ik ervaar bij dit optreden kan ik alleen maar omschrijven als pure blijdschap. Het lukt me gewoon niet om stil te blijven staan. Wat een power! Wat een heerlijke heftigheid! Nee, de thema’s die ze aanstipt zijn natuurlijk helemaal niet leuk maar het is in al zijn brute ontlading zo verdomde lekker allemaal. Ze lijkt er zelf gelukkig ook wel enig plezier aan te beleven. Als de tonen van het laatste nummer uitgestorven zijn blijft ze nog even staan om het publiek op een bijna verlegen manier te bedanken en erop te attenderen dat ze morgen nog een keer optreedt. Zoals gezegd, het plan was om Elizabeth Colour Wheel te gaan zien maar we zijn moe en volkomen murw gebeukt door de show van Backxwash. Hier gaat niets meer overheen vandaag en afgaande op het tijdschema wordt morgen de drukste dag van allemaal. We vertrekken dus tentwaarts en ontdekken daar tot onze grote vreugde dat het echt scheelt qua warmte, die fleecedekentjes.In het volgende deel van ons feuilleton gaan we het hebben over Britpop en boze buurmannen en vloeien er heuse tranen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten