Foto: Paul Verhagen
In zekere zin zijn alle verslagjes die ik de afgelopen tijd over Roadburn heb getikt mislukt. Natuurlijk heb ik jullie deelgenoot gemaakt van diverse indrukwekkende optredens die ik dit jaar weer gezien heb, maar het Roadburn-gevoel, de algehele beleving die Roadburn is, daar heb ik het naar mijn idee nog niet echt over gehad. Want dat is iets heel aparts, dat Roadburn-gevoel. Ik ga al bijna mijn hele leven naar festivals en dicht mezelf dus wel enige ervaring toe wat dat betreft, maar de sfeer op Roadburn is iets dat moeilijk uit te leggen is aan iemand die er nog nooit geweest is.
Om gelijk maar een veel gehoord misverstand uit de weg te ruimen; Nee, Roadburn is geen metalfestival. Niet echt. En ook geen stoner- of doomfestival, al bestond een groot deel van de programmering in de begindagen wel uit die genres en zijn die nog steeds vertegenwoordigd. Maar eigenlijk is Roadburn een festival dat een beetje maling heeft aan genres. In muzikaal opzicht zou je kunnen zeggen dat de muziek van Black Sabbath (en Hawkind, en Blue Cheer) heel erg het vertrekpunt is van Roadburn.
(Photo: Colin Fuller)
Het lastige met Black Sabbath is dat die tegenwoordig vooral bekend staan vanwege de veelgehoorde bewering dat ze geheel op hun dooie akkertje het heavy metal-genre zouden hebben uitgevonden. Los van dat er op die stelling m.i. wel wat af te dingen valt (maar dat is een andere discussie) reikt de invloed van Black Sabbath natuurlijk veel verder dan dat. De erkenning daarvoor is in feite nog van tamelijk recente datum. In hun hoogtijdagen met Ozzy kon Sabbath ondanks een grote fanbase absoluut geen genade vinden bij de critici. Black Sabbath was vooral een band van ‘het volk’ en dat zou zich later uitbetalen. De invloed die ze bijvoorbeeld bleken te hebben op het geluid van die ooit zo populaire grunge-rage, alsook covers dan wel riff-citaten in tracks van diverse hippe bands (Faith No More, The Cardigans, Butthole Surfers, zelfs die stomme Red Hot Chili Peppers), samples in talloze hiphop-tracks en lovende woorden van muzikanten die door critici wel serieus genomen werden (John Lydon, Mark E. Smith, Henry Rollins, Chris Goss, Peter Hook – nee, die Black Sabbath-invloed die U natuurlijk altijd al in Joy Division hoorde is niet denkbeeldig) heeft langzaam maar zeker voor een kentering gezorgd en inmiddels heeft Black Sabbath zijn eigen welverdiende plekje veroverd in de muzikale canon.
En die ver reikende, genre-overstijgende invloed van een band als Black Sabbath vertoont dus de nodige raakvlakken met hoe een festival als Roadburn te werk gaat in zijn programmering. Want heavy muziek, moet dat per sé ‘metal’ zijn? Nee dus. Het kan natuurlijk wel. Ik heb op Roadburn door de jaren heen fantastische shows gezien van o.a. High On Fire, Enslaved, Candlemass en Wolves In The Throne Room en die kun je moeilijk iets anders noemen dan metal. Maar heavy muziek, dat kan ook folk zijn. Of jazz. Punk. Post-punk. Shoegaze. Post-rock. Country. Hiphop. Elektronische muziek. Filmmuziek. Het is een benadering die mij erg aanspreekt en het gros van de bezoekers lijkt er net zo over te denken. Want dat publiek, dat is ook iets aparts. Het feit dat ze van over de hele wereld naar Tilburg afreizen (slechts een kwart van de bezoekers schijnt Nederlands te zijn) zegt wat dat betreft al iets. Er zijn weinig ‘dagjesmensen’ onder de bezoekers. Muziek is hier geen bijzaak (en mensen die beweren dat dat sowieso niet het geval is op festivals hebben er volgens mij maar weinig bezocht). De mensen die naar Roadburn komen nemen hun bezoek zeer serieus en bestaan voor het grootste gedeelte uit toegeweide en breed geïnteresseerde music geeks. Dat zorgt voor een heel apart sfeertje. Op de allereerste Roadburn die ik ooit bezocht (2005 alweer) had ik met een Amerikaan een heel gesprek over de krautrock van Can, Neu! en Guru Guru. De pauze-DJ’s draaiden naast de te verwachten metalklassiekers van Metal Church en Judas Priest ook Funkadelic en Curtis Mayfield. Als ik door de jaren heen tussen bands door even zat te relaxen in de zaal of in de foyer kwam er muziek voorbij van zulke uiteenlopende artiesten als o.a. Dr. John, The Amboy Dukes, Kreator, Budgie, The Chambers Brothers, Pixies, The God Machine, Shocking Blue, Death Grips en The Rotary Connection. De show van Killing Joke in 2012 werd voorafgegaan door Shock’s Angel Face en Donna Summer’s onverwoestbare I Feel Love. Op deze editie kwamen er nummers voorbij van o.a. Fugazi, Mission Of Burma en Brian Eno.
Dus ja, sinds die allereerste keer ben ik verliefd geworden op dit unieke festival en voelt ieder bezoek steeds weer als een beetje thuiskomen. Want hoewel ik nog steeds een langharige rocker ben die zich het meest comfi voelt in een spijkerbroek en een bandshirt wil dat niet zeggen dat ik heel veel voldoening zou kunnen halen uit honderd bands die allemaal klinken als Iron Maiden, Metallica, Slayer, Black Sabbath of al die andere dingen die ik al lang en breed in de kast heb staan en die ik door en door ken. Ik wil nog steeds verrast worden, dingen horen die ik nog niet eerder gehoord heb, en als dat dan muziek is waar geen enkele gitaar aan te pas komt dan vind ik dat prima. Ik ben geen purist. Had ik trouwens al verteld dat beeldende kunst inmiddels ook vast onderdeel van het programma is? Enfin, ik zou een hele reeks blogs kunnen volpennen over dit festival (en wie weet doe ik dat ooit nog eens) maar laat ik deze lange, ietwat ratelende inleiding afronden met de stelling dat alle bovenstaande factoren (en nog een paar die ik vast even ben vergeten) Roadburn maken tot meer dan zomaar een festival. Ik denk dat de term gesamtkunstwerk zeker niet te hoog gegrepen is in dezen.
Liturgy (Foto: Void Revelations)
Goed, altijd als ik met dit soort termen ga gooien (en dat doe ik in het echt ook wel eens) levert dat me doorgaans lege blikken van de ander op dus wellicht wordt het tijd om over te gaan tot waar dit blogje voor bedoeld was namelijk verslag doen van mijn Roadburn-avonturen. Op deze laatste Roadburn-zondag heeft vrouwlief afgesproken met een vriendin op de Korte Heuvel. De Korte Heuvel is het met cafés gevulde straatje om de hoek bij 013 dat bij Roadburn altijd helemaal wordt overgenomen door de Roadburn-gangers. Terwijl wij daar met z’n drieën ergens plaatsnemen speelt een paar terrassen verderop een blaasorkest bewerkingen van nummers van Motörhead, Iron Maiden en System Of A Down. Erg sfeervolle bedoening. Omdat ik heel graag Liturgy’s opera Origin Of The Alimonies wil zien begeef ik me na twee kopjes koffie richting 013. Ik ben nog ruim op tijd dus pak nog een deel mee van de show van The Devil’s Trade x John Cxnnor. Achter het nom de plume The Devil’s Trade gaat de Hongaarse singer-songwriter Dávid Makó schuil. Happy Music Is Shit staat er prominent op zijn merch, hetgeen voldoende zegt over de gezelligheidsfactor van zijn doomfolk. Voor deze gelegenheid laat hij zich begeleiden door John Cxnnor, en dat is dan weer de helft van de Deense sludgers LLNN. Voor de oplettende lezer, de naam John Cxnnor is inderdaad een verwijzing naar de Terminator-films en de heren laten zich voor dit project dan ook van hun elektronische en industriële kant zien. Dit gecombineerd met de zware, galmende zang van dhr. Makó levert de soundtrack op van waarschijnlijk zo’n beetje de naarste dystopische scifi-film ooit. Niet verkeerd maar als muzikaal ontbijt nogal zwaar.
Ik besluit dan ook maar me te posteren in de grote zaal teneinde mezelf van een mooi plekje te verzekeren voor de show van Liturgy. Het stuk Origin Of The Alimonies dat ze hier gaan opvoeren zou een opera moeten zijn en de band laat zich dan ook vergezellen door een bescheiden klassiek ensemble. “Waar is zo’n dirigent nou eigenlijk voor nodig?” vroeg vrouwlief gisteren na de show van Jo Quail. Ik maakte er een grapje van maar ik moet eerlijk zeggen dat, hoewel ik er wel enigszins een idee van meen te hebben, ik toch onvoldoende thuis ben in klassieke muziek om hier daadwerkelijk een gedegen antwoord op te kunnen geven. Ik sluit niet uit dat mensen die meer in deze materie thuis zijn nu hevig verontwaardigd beginnen te zuchten, hoofdschuddend over zoveel dommigheid van dat ignorante rock-plebs maar het is niet anders. De vraag is relevant omdat bij Liturgy + ensemble nergens een dirigent te bekennen is en zowel de overgangen tussen de verschillende disciplines alsook het samenspel ervan, het is nagenoeg perfect. Naadloos en vlekkeloos. Echt verbijsterend knap hoe volkomen natuurlijk alles in elkaar overloopt en hoe kristalhelder het geluid is, ook omdat ik weet hoe moeilijk dit moet zijn. Een opera zou ik het stuk overigens niet willen noemen maar ergens begrijp ik die omschrijving wel, omdat hier wel een verhaal verteld wordt. Dit gebeurt met ondersteuning van filmbeelden, waarbij ook de teksten van de nummers synchroon meelopen. Nu is de zang van Liturgy altijd tamelijk brabbelig en ongearticuleerd geweest, soms in die mate dat ik me wel eens afvroeg of er überhaupt wel iets gezongen werd. Zelf heb ik daar niet zo’n probleem mee (ik heb wel iets met rare zang) maar ik kan me zo voorstellen dat dit voor sommige mensen een ietwat acquired taste zou kunnen zijn, ook omdat de stem van frontvrouw Hunter Hunt-Hendrix sinds haar transitie ietwat de hoogte in is gegaan. En die transitie, die vormt de kern van het verhaal dat hier verteld wordt. Met teksten dus maar ook met smaakvol geschoten beelden van haar lichaam in transitie. De taal die ze hiervoor hanteert is òf deels zelfverzonnen, òf mijn Engels is gewoon lang niet zo goed als ik zelf denk. Het thema is in ieder geval overduidelijk innerlijke tweestrijd, of nog specifieker gaat het (volgens mij) eigenlijk over iemand die worstelt met twee personen in zich. De vertelwijze is met momenten erg abstract maar dat maakt het verhaal niet minder aangrijpend. Dat het muzikaal allemaal zo goed in elkaar steekt is helpt ook natuurlijk. Een hoogtepunt.
Lingua Ignota (Foto: Teddie Taylor)Dan kom ik ook vrouwlief weer tegen en omdat we allebei graag Lingua Ignota willen zien besluiten we in de grote zaal te blijven hangen. Ik wilde Lingua Ignota (a.k.a. Kristin Hayter) in 2019 al graag zien en had me al helemaal gesetteld in de Next Stage (toen nog de Green Room) toen ze aan haar set begon. Tot mijn verbazing kon ik haar wel horen maar zag ik maar niets op het podium. Een nadere blik op het raar staande publiek leerde dat ze zich met piano en al middenin het publiek had gepositioneerd. Daar gaan we nu geen last van hebben, mevrouw Hayter staat vandaag op de Main Stage. Er staat wel een vleugelpiano maar buiten wat gefrunnik aan de snaren blijft deze grotendeels onberoerd. We moeten het doen met vooraf opgenomen muziek, beelden van o.a. de natuur en Christelijke doopsrituelen, mevrouw Hayter in een doorschijnende groene jurk en natuurlijk die stem. Mevrouw Hayter staat op een verhoginkje voorzien van enkele rechtopstaande TL-buizen, aanvankelijk stil en stokstijf maar zodra ze Do You Doubt Me Traitor ingezet heeft ligt ze te kronkelen alsof ze bezeten is en om haar ijselijke krijszang te omschrijven schieten zelfs clichés als door merg en been gaan e.d. schromelijk tekort. Een optreden van Lingua Ignota is niet zozeer een optreden als wel een zuiveringsritueel. Ik schreef in mijn blogje van dag 2 al dat ‘het worstelen met de dingen’ een soort thema van deze Roadburn lijkt te zijn. Het valt me op hoeveel vrouwen en meisjes er bij deze show zijn, en hoe vaak de beeltenis van Lingua Ignota op T-shirts te zien is (niet alleen bij vrouwen en meisjes trouwens). Kennelijk voorziet Lingua Ignota’s allesverzengende pijnpoëzie in een behoefte. Het is prachtig maar ongemakkelijk.
Tijd om de benen eens te strekken en elders ons licht op te steken. De noise- en drone-performance Vitriol performs Nihill spreekt vrouwlief meer aan dan ik. Zelf was ik vanwege hun afwijkende karakter erg benieuwd naar Mandy, Indiana maar dit is de enige band op deze editie die voor mij de plank helemaal misslaat. De zuchtende, kakelende, beha-loze en zichtbaar hardbetepelde chanteuse op zang kan niet verhullen dat hun drukke danspunk in muzikaal opzicht gewoon niet heel erg spannend of interessant is. Maar ach, we waren eigenlijk toch vooral op weg naar Lamp Of Murmuur. Ik was erg gecharmeerd van hun plaatje Submission and Slavery (vooralsnog hun enige plaatwerk waar ik bekend mee ben). De black metal van dit gezelschap heeft een lekker galmend new wave-randje zonder dat je nou kan zeggen dat hier sprake is van blackgaze, daar is het allemaal weer net iets te stevig voor. Veel muziek op Roadburn valt onder de categorie ‘muziek-waar-je-een-beetje-je-best-voor-moet-doen’ dus dit stukje ouderwets beukwerk-met-donker-randje is wel even lekker.
Voor aanvang van de Lamp of Murmuur-show bespreken we met
twee medeburners een pittig dilemma: Green Lung of Alkerdeel? Ik had mezelf al
voorgenomen Green Lung te gaan zien omdat ik helemaal weg ben van hun laatste
plaat Black Harvest. Maar nu heeft het Oekraïense Koldostvo om begrijpelijke
redenen af moeten zeggen en zijn ze vervangen door de Vlaamse vunzigaards
Alkerdeel die hun laatste langspeler Slonk integraal gaan brengen. Tsja, da’s
een lastige. Slonk staat hier ook in de kast en veel vuiger en smeriger dan dat
kan black metal haast niet worden. Omdat ik erg geloof in eerste indrukken (zelfs met
drastische programmawijzigingen) besluit ik toch voor Green Lung te gaan. Vooraf even uitpuffen bij een ouderwets lekker harde show van Full Of Hell (dit keer vergezeld door Spiritual Poison) zit er niet in door de ietwat overijverige security die iedereen die op de trap zit maant te gaan staan. Is dat nu echt nodig? Zo druk is het toch niet?
Enfin, Green Lung dus, en daar krijg ik geen spijt van. Enerzijds is de muziek van Green Lung heel erg typisch Brits en ademt het de sfeer van The Wicker Man, Dennis Wheatley, ouwe Hammer-films, hekserij en duistere occulte rituelen op het Britse platteland. Anderzijds hebben ze voor een doomband (en ik zou ze eerder classic doom rock dan doom metal noemen) wel veel gevoel voor humor en knipogen ze nog harder dan stijlgenoten als Cathedral en Uncle Acid and The Deadbeats ook wel eens plachten te doen. Openingstrack The Harrowing is eigenlijk nagenoeg een exacte kopie van Foreplay van de eerste LP van Boston, iets dat de heren zelf ook met veel jolijt aanvoeren in interviews (“haha zitten we gewoon Boston te spelen hahaha”). Zanger Tom Templar heeft met zijn ietwat nasale geluid één van die typische stemmen waarvan je moet houden maar ik vind een beetje aparte zang juist altijd wel passen bij bands die dit soort muziek maken. Daarnaast is het songmateriaal van deze band gewoon erg sterk en dat is tussen alle doom, drones en avantgardistische shizzle ook wel eens fijn, een band die gewoon een lekkere song kan schrijven. Lang verhaal kort, geweldige show, geweldige band!
Nu hadden we in eerste instantie eigenlijk het plan opgevat om na dit optreden met onze vermoeide lijven een punt te zetten achter deze mooie editie maar Roadburn zou Roadburn niet zijn als ze niet nog een verrassing in petto hadden. Een aantal 'bekenden' van Roadburn gaat een heuse Black Sabbath tribute show doen. Die bekenden blijken dus gewoon Thou te zijn, die al het hele weekend op dusdanig veel plekken zijn opgedoken dat het een soort running gag is geworden in de Roadburners-groep op facebook. Nu was Black Sabbath een band die met momenten kon swingen en grooven als ware het een heuse jazzband. Dat is bij Thou absoluut niet het geval. Hun speelwijze is lomp, hoekig en vierkant en zanger Bryan Funck is bepaald geen Ozzy Osbourne. Niet iedereen is dan ook gecharmeerd van hun interpretatie van het Sabbath-materiaal. Bij de openingsriff van Wheel Of Confusion wordt er nog goedkeurend geknikt maar zodra Bryan Funck zijn ijselijke scheur opentrekt is dat voor sommige mensen het startsein om te vertrekken (“zo moet je dat dus niet doen!” moppert iemand naast ons). Zelf heb ik er minder moeite mee. Deze songs en deze riffs zijn voor mij en volgens mij voor bijna iedere Roadburn-ganger een heerlijk feest der herkenning, en ik heb serieus het idee dat Roadburn hiermee wil zeggen dat ze nog steeds hun vertrekpunt niet uit het oog zijn verloren. De cirkel is rond, het hele spectrum van ‘heavy’ muziek is verkend en tijdens deze reis zijn een paar gekke en onverwachte plaatsen aangedaan, heaviness is op meerdere manieren geherdefinieerd maar de muziek en het gevoel van Black Sabbath en consorten blijft de basis en Roadburn is nog steeds Roadburn. Zoiets. Zeker weten doe ik dat natuurlijk niet, het is een aanname van mij maar dat is hoe het voor mij aanvoelde op dat moment.
Want ik blijf me erover verbazen dat er na al die jaren met zulke uiteenlopende line-ups nog steeds mensen zijn die blijven klagen dat er te weinig doom en stonerrock op Roadburn zou staan. Want dat gebeurt, ieder jaar weer, ook nu weer in de Roadburners-groep op facebook. Kijk, ik heb natuurlijk ook zo m’n voorkeuren, maar die instelling van “o ja, dit vind ik mooi, geef mij meer van hetzelfde”, daar begrijp ik dus echt he-le-maal niets van. Het mag natuurlijk wel, en ook onder mijn eigen vrienden waar ik verder zeer op gesteld ben zitten mensen met een dergelijke mindset en dat geeft allemaal niks, maar begrijpen zal ik het nooit. En ik heb uit tamelijk betrouwbare bron vernomen dat de Roadburn-programmering alleen nog maar meer experimenteel gaat worden dus het zal mij benieuwen.
Goed, deze editie van Roadburn is voorbij en hij was echt fantastich. Als ik er dan iets niet leuks over zou moeten schrijven is het dat ik er niet in geslaagd ben het nieuwe podium Paradox met zijn jazzprogrammering te bezoeken. Daar baal ik wel een beetje van maar de dingen die ik graag wilde zien clashten vaak met iets op de andere podia en ik ving iets op over enome rijen bij Red Kite dus daar ben ik ook niet geweest. Jammer, dat hoop ik volgend jaar goed te maken.
Tijdens de show van DOOL een paar weken geleden in ’t Beest leerde ik een medeburner kennen die zei dat hij altijd ontzettend moest huilen als Roadburn voorbij was. Dat heb ik zelf niet zozeer maar de post-Roadburn-blues is wel degelijk een dingetje. Op de één of andere manier sta ik er dit jaar een beetje anders in. Ik voel vooral intense dankbaarheid dat ik dit weer heb mogen meemaken en merk dat ik er gewoon nog niet helemaal klaar mee ben, met het Roadburn-universum, dat ik er nog steeds heel erg mee bezig ben en ook nog weinig ruimte ervaar voor andere muziek.
Een traditie na afloop van elke editie zijn altijd de wensenlijstjes dus voor mezelf sprekend hoop ik voor de volgende editie dat enkele bands en artiesten die voor de gecancelde 2020-editie geboekt stonden nog eens in de herkansing mogen (Boy Harsher, Julie Christmas, SRSQ, Torche, Blanck Mass, DOOL, Cult Leader, Richard Dawson, Algiers, Darsombra, Dungen, Elizabeth Colour Wheel, Brutus, Lankum) alsook Neptunian Maximalism, vorig jaar het absolute hoogtepunt van de online-editie Roadburn Redux. En verder denk ik dat (laten we zeggen) Pigs Pigs Pigs Pigs Pigs Pigs Pigs, The Budos Band, Moor Mother, Colin Stetson, Orville Peck, Mario Batkovic, Stick In The Wheel, Unto Others, SQÜRL, Tanya Tagaq, The Locust, Devil Master, Low, Ningen Isu and War On Women ook wel fijne toevoegingen aan de line-up zouden kunnen zijn.
Maar dit festival kennende zou het me niet verbazen dat niets van bovenstaande uitkomt en ze weer radicaal een andere weg in zullen slaan. En dat is natuurlijk prima. Heaviness kan nooit genoeg geherdefinieerd worden. Bring it on Roadburn 2023! Ik ben er klaar voor!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten